woensdag 20 juli 2016

Homilie 15de zondag jaar C

Broeders en zusters in Christus, Er gaat bijna geen week meer voorbij of er zijn wereldwijd meerdere aanslagen gepleegd met vele doden en gekwetsten. Nog maar net is de aanslag in Istanbul voorbij waarbij 36 doden en 147 gewonden vielen of deze week was het weer raak met een aanlag in Bagdad in Irak met 213 doden en 185 gewonden. In Dallas in de VS werden 5 agenten doodgeschoten en vielen er 9 gewonden. Het kwade dat mensen treft en verwondt en zo veel leed veroorzaakt, je staat er zo machteloos tegenover. Vandaag in de evangelielezing gaat het ook over een reiziger die door het kwade wordt overvallen en langs de weg blijft liggen. De samaritaan laat zijn hart spreken, toont zijn medelijden en spontaan gaat hij hem helpen en brengt hem naar de herberg voor verdere verzorging. De Samaritaan zou je kunnen zien als een beeld van Jezus die de gevallen mensheid opraapt en de wonden van de mensheid verzorgt en dan de mensheid naar de herberg, de kerk, brengt voor verdere genezing en algeheel herstel. De wijn die de Samaritaan over de wonde van zijn slachtoffer giet kun je spiritueel zien als het sacrament van de Eucharistie dat zorgt voor de genezing van de wonden, de olie kun je zien als beeld van het sacrament van de ziekenzalving. Naarmate je ouder wordt ontdek je dat iedere mens zijn wonden met zich mee draagt en die kunnen zeer verscheiden zijn: het verlies van een kind of een partner, een plotselinge ziekte waar je mee moet worstelen, onenigheid in de familie, een kind dat niet meer thuiskomt, enz….Hoe omgaan met de wonden, de gebrokenheid of het kruis van het menselijk leven omgaan ? Waar haal je de kracht vandaag om toch ondanks alles wat je meemaakt te aanvaarden en er van te leren ?  Voor Hildegard von Bingen bestaat de kunst van de menselijke zelfwording daarin, dat onze wonden tot parels worden omgevormd. Hoe is dat mogelijk? De omvorming van mijn wonden tot parels betekent voor mij op de eerste plaats dat ik mijn wonden als iets kostbaars beschouw. Daar waar ik gewond ben, ben ik ook gevoelig voor mijn medemensen. Ik begrijp ze beter. En waar ik gewond ben, raak ik mijn eigen hart, mijn eigenlijke wezen. Ik geef de illusie op dat ik volkomen gezond en sterk en volmaakt ben. Ik realiseer me mijn gebrokenheid. De kostbaarste parel die we in de akker van ons leven zoeken moeten is God. Voor mij zijn de wonden de eigenlijke plaats van Godservaring. Wat is daarmee bedoeld? Mijn wonden leiden me naar God. Ik neem mijn angst als voorbeeld. Als ik me tegen de angst verzet, zal ik er steeds door achterna gezeten worden. Als ik tegenover God met mijn angst in gesprek ga en haar toelaat, als ik naga waar ik precies bang voor ben, wat de kern van mijn angst is dan dring ik steeds dieper door in mijn angst. En op de bodem van mijn angst zal ik een diepe innerlijke vrede ervaren. Op de bodem van mijn angst zal ik God ervaren als degene die mij aanvaardt met mijn angst. Ik ben met mijn angst in Gods goede hand De christelijke traditie heeft ons niet alleen wegen tot genezing gewezen, maar ook wegen waarlangs we gezond kunnen leven. Geestelijk leven was altijd ook de kunst gezond te leven. Een wezenlijk aspect van deze christelijke levenskunst is het genezende ritueel. Rituelen openen de hemel boven het vaak grauw bewolkte leven van alledag. Ze bezorgen ons middenin onze twijfel aan onszelf en ons leven de zekerheid dat ons leven zal slagen. Rituelen zijn steeds iets tastbaars. Een kaars aansteken voor iemand in nood. Een kruisteken maken voor het bidden om je onder de bescherming van de drie-ene God te zetten. In het ritueel ervaar je de genezende en liefhebbende nabijheid van God die het binnenste van ons hart raakt. In iedere liturgie mogen we genezing van onze wonden ervaren. Als we nu met elkaar bidden, zingen en zwijgen, helpen we elkaar de aanwezige God te vermoeden en te bespeuren. We worden omgeven door Gods genezende aanwezigheid. Speciaal in de eucharistieviering mogen we ervaren dat Jezus Christus onze wonden geneest. In de communie raakt Jezus ons precies zo aan als Hij tweeduizend jaar geleden de zieken heeft aangeraakt. Als ik door mijn angst verlamd bij hem kom, zegt Hij mij in de communie: Goed dat je er bent. Ga heen in vrede. Ik genees je wonden, je bent bemind door mij. Aanvaard de liefde die je van mij uit, maar ook vanuit je broeders en zusters tegemoet stroomt". In de liturgie van het sacrament van de vergeving zegt de priester: Ik ontsla u van uw zonden, die wonden hebben geslagen in je ziel, ga heen, je zonden zijn je vergeven door God Vandaag nodigt Jezus ons ook uit om te zijn Zoals de Samaritaan uit het evangelie die spontaan het goede doet. Hoe kunnnen we dit doen ? Door ons hart te laten spreken naar God en de mensen toe om zo mensen te laten leven en het leven van God toe te laten in je eigen leven want zo streef je naar het eeuwig leven. Je niet laten leiden door vooroordelen maar laat je hart spreken door een naaste te zijn voor mensen in nood. De H. Donatus was zo een heilige die gebeden heeft voor de noden van mensen en zijn gebed is verhoord door God. Donatus was een overste van een Romeinse legioen van 3000 tot 6000 mannen. Hij leefde in de tweede eeuw na Christus. Tijdens een langdurige veldslag heerste er lange tijd grote hitte. Onder het legioen ontstonden allerlei besmettelijke ziekten en keizer Marcus Aurelius, die het leger aanvoerde, riep tevergeefs de heidense goden aan. Donatus was Christen en de keizer verzocht hem de God van de Christenen te smeken om alle onheil af te weren. Nauwelijks was Donatus klaar met bidden of het begon overvloedig te regenen. De ziekten in het Romeinse leger hielden op en zij behaalden een grote overwinning. Laat je hart spreken t.a.v. mensen die je op je weg aantreft, met name de slachtoffers, die anderen laten liggen en waar anderen met een boog omheen lopen en voorbij gaan. Mensen in welke nood ook, soms heel dichtbij. Vroeg of laat, we komen ze allemaal tegen. Achtergestelde mensen uit de gratie door hun wijze van leven en denken, werklo­zen, mensen met een minimum inkomen, geestelijk en lichamelijk gehandicapten, verslaafde, gepeste en getreiterde mensen, mensen die niet interessant of van niveau of van goede afkomst gevonden worden, buitenlanders, enz... Je kunt allerlei redenen bedenken of hebben of lijken te hebben om in een grote boog om hen heen te gaan. Zoals de onzekerheid wat mensen wel niet zullen zeggen en denken; de angst om vuile handen te maken, angst dat je uit de gratie raakt wat betreft je eigen vertrouwde groep,; dat er over je gepraat wordt, dat men het niet van je neemt, dat je partij kiest enz... Redenen te over. Maar het heeft wel tot gevolg dat onze spontaneiteit geremd wordt, dat er barrieres zijn om ons hart te laten spreken. Het houdt ons tegen om echt de naaste van anderen te worden. Het lot van mensen aantrekken, de naaste zijn van iemand hoeft nog niet te betekenen dat je al zijn of haar problemen ook maar tegelijk zelf voor hen oplost, ze als het ware overneemt. Veel vaker is het een kwestie van de ander in ieder geval zien en meenemen en hem of haar naar een hulppost te brengen of te begeleiden. De Samaritaan deed zelf wel wat, maar het belangrijkste was, dat hij hem op zijn lastdier meenam en naar een herberg bracht. Daar werd verder voor de man gezorgd. Hij hield echter wel contact met de waard en met de man. Mensen die je op je weg aantreft, kunnen soms iemand nodig hebben die hen meeneemt en hen bijvoorbeeld de drempel over helpt naar een professione­le hulpinstantie. Die zijn er zoveel in onze tijd. Maar dan niet om zich daarmee van de medemens af te maken. Want net als de Samaritaan, zal het zaak zijn om naar hem/haar te blijven omkijken. Zo wordt het evangelie heel actueel en komt het heel dichtbij, maar het is te doen. Want het woord is niet ver, het is in je mond en in je hart, je kunt het volbrengen. AMEN.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten