maandag 30 december 2013

KERST OVERWEGING



Waar ligt Bethlehem?
“Kom, laten we naar Bethlehem gaan om te zien wat daar gebeurd is”, zeiden de herders tot elkaar. Laten wij ook vandaag, zoals de herders, naar Bethlehem gaan met ogen van het geloof en met een hart brandend van liefde. Waar ligt Bethlehem in onze dagen? Waar ligt  de plaats waar de Heiland in onze dagen geboren kan worden? Met Bethlehem bedoel ik niet de stad die 20 km ten zuiden van Jeruzalem ligt. Het Bethlehem dat ik bedoel zou moeten liggen waar mensen lijden, overal waar mensen dorsten naar vrede en gerechtigheid, en overal waar mensen de goedheid en menslievendheid van God zichtbaar willen maken.
Het was nacht in Bethlehem, zegt Lukas. Wat betekent dat: nacht? Nacht is afwezigheid van licht,  wanneer mensen zien, maar geen uitzicht meer hebben; wanneer handen tasten naar een houvast, maar geen steun kunnen vinden. Ook aan deze mensen is Jezus in de nacht verschenen als een Licht midden in de duisternis. Het was koud in Bethlehem, zegt de legende. Kunt u aanvoelen hoe koud het kan zijn, wanneer het hart van de mens bevriest door eenzaamheid, wanneer het gemoed verstart  is door de onverschilligheid van de anderen? Maria en Jozef waren uitgestoten in Bethlehem. Kunt u zich het lot indenken van mensen die ter wereld komen op een plaats waar ze geen thuis hebben, waar ze op straat moeten leven, en waar ze hun brood moeten stelen? Dit zijn mensen zonder rechten en zonder naam. Er was in Bethlehem ook armoede. Weet u wat armoede is? U kunt het iedere dag weer zien op de televisie. Er is armoede wanneer totaal verzwakte moeders door gebrek aan eten, de kracht niet meer hebben om de vliegen weg te jagen van de ogen van hun uitgemergelde kinderen. Wanneer kinderen karton bij elkaar zoeken om `s nachts op te kunnen slapen. Ook in onze  maatschappij is er verborgen armoede. Tot al die mensen die in mensonwaardige armoede leven, zegt God: `Ook voor jullie is er een Heiland geboren die jullie wil bevrijden".
Kom, laten we naar Bethlehem gaan. Het Bethlehem dat binnen in ons ligt, wanneer wij Gods goedheid en menslievendheid in ons hart opnemen en bereid zijn, om in onze tijd zijn liefde voor alle arme en zoekende mensen zichtbaar te maken. Gedragen door Gods liefde kunnen wij het mogelijk maken dat voor de armen op de koude nacht een dag vol licht volgt. Dat uit onze solidariteit met anderen wij een dak boven hun hoofd, en een troost voor hun hart kunnen worden.
Moge de ster van Bethlehem onze ogen openen voor het leed in de wereld. Als de glans van deze ster onze ogen niet kan openen, dan vrees ik dat wij  in de nacht zullen blijven. Meer kon God niet doen dan een licht worden in onze duisternis. Sinds die heilige nacht mogen wij geloven dat God ons nabij is, dat Gods goedheid en menslievendheid  voor allen zichtbaar geworden is. Laten wij ons hart openstellen, zodat wij dit licht kunnen uitdragen naar alle mensen die in nood zijn.  Amen.

Advent -

 
Toen Jezus hoorde dat Johannes de Doper gevangen genomen was, begreep hij dat zijn taak nu begon. Hij verlaat Nazaret en gaat naar Kafarnaüm, aan de oever van het meer.
Matteüs beschrijft hoe Jezus al drie keer heeft moeten uitwijken. Eerst naar Egypte om de moordplannen van Herodes te ontvluchten.
Later uit Juda naar Nazaret uit vrees voor Archeüs, de zoon en opvolger van Herodes. En nu dus naar Kafarnaüm. Hij begint zijn werk niet in de grote steden, maar juist in de uithoeken van het land, waar joden en niet-joden samenwonen.
Hij begint niet bij vooraanstaande mensen, maar bij het gewone volk. Daar voelt hij zich thuis. Zij zijn het volk waar duisternis heerst en voor wie nu een helder licht opgaat.
Hij leert hen hun grenzen te verleggen.Keer je leven om, verander van mentaliteit , geloof dat je nog een nieuwe toekomst kunt beginnen.
Tegen zijn leerlingen zegt hij dat ze hem moeten volgen, dan zal hij hen vissers van mensen maken. Hij zegt: "Laat je verleden achter, want geloof dat er meer is in jou". Zij hebben de belangrijke taak, mensen de reddende hand te bieden om ze uit de zee van ellende te halen, waarin ze dreigen onder te gaan.
Het rijk van God is ophanden. Dat wil zeggen dat gerechtigheid, vrede, genezing van zieken, bevrijding van mensen en troost voor de bedrukten dichter bij zijn.
Regeringsleiders, kooplui(lieden), priesters en profeten hebben steeds het tegenovergestelde gezegd. Zij worden nu zenuwachtig, terwijl ze niet in de gaten hebben, dat Jezus geen koninklijk gezag, geen bepaalde kleding en geen titel wil. Zoals gezegd: hij zoekt het bij eenvoudige mensen. Het gewone volk. Wij dus. Als hij tegen zijn leerlingen zegt: "Ga met mij mee", dan is dat ook voor ons bedoeld. Wij worden geroepen en dat is best moeilijk.
Wij hebben niet altijd zin om allerlei verhalen aan te horen of toestanden mee te maken. Onvoorwaardelijk kiezen is zo definiitief. We willen weer weg als we het zat zijn.
Wie mag er met ons mee? Met wie mogen wij op de levensweg? Zij die met ons meegaan en onze lotgevallen willen delen, bepalen de smaak en de waarde van ons leven. En we hebben het niet altijd voor het zeggen wie er met ons meegaat. Geheel onverwacht kun je verwikkeld raken in de problematiek van anderen. We staan dan op een kruispunt en weten niet meer wat we moeten doen. Kunnen we de verantwoordelijkheid wel aan? Ga ik alleen mee, of is er iemand die met mij meegaat" God gaat met ons de weg die niemand met ons durft te gaan.
Hoe alleen je je ook voelt, God gaat mee, soms onverwacht. Dat is de kracht die in ons geloof zit.Je kiest; je durft te wagen; je gaat een moeilijke weg die niet doodloopt. Je inzet is niet tevergeefs. Misschien moeten we ook niet onvoorwaardelijk kiezen.
Je weet niet eens of je dat kunt waarmaken. Draag alleen dat wat je dragen kunt. Geen extreme dingen doen. Zorg voor hen die aan jou zijn toevertrouwd. Langzaam krijg je de kracht die je nodig hebt.Dat is ook wat Jezus wakker roept bij de vissers.
Zij geloven dat heus niet iedereen achter Jezus aanloopt, maar zij geloven wel dat ze nooit meer alleen zullen zijn. En dat moeten wij ook geloven. Vertrouw op God.
 

zondag 3 november 2013

Homilie Allerzielen 2013 - 31ste zondag jaar C

HOMILIE ALLERZIELEN 2013 – 31ste zondag jaar C Broeders en zusters in Christus, In deze dagen waar het aantal uren zon vermindert en de natuur afsterft gaan onze gedachten naar onze geliefde overledenen die van ons zijn heengegaan en het doet ons beseffen dat het menselijk leven broos en sterfelijk is. Of het nu recent is of al wat langer is dat je van iemand hebt afscheid genomen, het gemis van iemand die je hebt liefgehad en die er nu niet meer is, blijft. Het bezoek van het graf van onze geliefden op het kerkhof doet ons stilstaan en denken aan het leven dat zij geleid hebben. We zetten er een bloemetje bij neer, denken aan hen en bidden voor hen om zo onze verbondenheid met hen te tonen en hen aan God toe te vertrouwen. Ongetwijfeld komt de vraag bij ons op hoe zou het met onze geliefde overledenen zijn en wat zouden ze nu doen? Diezelfde vragen hebben de leerlingen van Jezus zich ook gesteld toen Jezus in een graf was gelegd na zijn kruisdood. Door ons geloof weten we dat Jezus als eerste uit de dood is opgestaan en dat Hij leeft. Uit het evangelie dat we zojuist hoorden, weten dat Jezus, de Mensenzoon gekomen is om te redden wat er verloren was. Dankzij Jezus geloven en hopen we dat er voor onze overledenen een nieuw leven over de horizon van de dood heen is. Door in verbondenheid met Jezus de Onsterfelijke te leven door de heilige Sacramenten ontvangen mogen wij deel hebben aan Zijn onsterfelijk goddelijk leven. Bovendien houden wij op een menselijke wijze door onze verhalen die we vertellen over onze geliefde overledenen en door voor hen te bidden de band met hen levendig. Wij christenen kunnen ons niet neerleggen bij de gedachte dat alle liefde die een mens heeft uitgestraald zo maar voor verdwijnt en dat alles afgelopen is bij de dood. Uit de openbaring van Johannes weten dat God eenmaal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde zal maken, het is het visioen van het nieuwe Jeruzalem. De wereld die wij kennen en meemaken heeft zijn mooie kanten maar ook zijn pijnlijke kanten. De wereld en zij mensen snakken naar een volmaakte wereld zonder oorlog, geweld en ellende. Zelf ervaren we elke dag dat wij niet meer leven in het aardse paradijs maar diep in ons hart verlangen wij naar wereld zonder rouw, en zonder smart en zonder pijn. Alleen God kan ons verlangen vervullen want Hij wat Hij doet is goed en volmaakt. De apostel Johannes beschrijft in het boek openbaring een wereld waar God het centrum is en waar al het oude voorbij is, een nieuwe wereld van vrede en vreugde. Het is dat geloof dat God de wereld en de mensen definitief zal vernieuwen met zijn liefde en tot voltooiing zal brengen dat ons op de been houdt en ons doet hopen op een wederzien van onze geliefden. Ook het boek wijsheid in de eerste lezing wordt gesproken over God die zich over alles ontfermt. God heeft alles geschapen en daardoor zijn wij van Hem volledig afhankelijk. Wij hebben het leven niet zelf in de hand, wij hebben het als een groot geschenk gekregen en kunnen door liefde uit te stralen in woorden en daden gelijkvormig worden aan Jezus Christus. Door trouw te blijven aan de Heer Jezus mogen wij hopen om deel te krijgen aan de redding door Jezus Christus en het eeuwige leven te ontvangen. Het is deze gedachte die ons in deze dagen troost en kracht geven om de draad in ons leven weer op te pakken. Moge God allen die in deze dagen nog bezig zijn met het verwerken van het verdriet bij het overlijden van hun geliefde troosten en de pijn van het afscheid verzachten door zijn liefdevolle aanwezigheid en moge al onze geliefde overledenen leven in het eeuwig licht bij God en door de barmhartigheid van God genieten van de eeuwige vrede. Amen. 1

vrijdag 1 november 2013

Homilie 27ste zondag jaar C

HOMILIE 27ste zondag Jaar c. Broeders en zusters in Christus, Als je een geloof hebt als een mosterdzaadje dan kun je bergen verzetten, zegt Jezus vandaag tot zijn leerlingen. Als je in de straat zou vragen wat nu geloven in God is, dan krijg je heel verschillende zienswijzen te horen. Is geloven alleen maar zeggen dat je gelooft dat er iets bestaat of is het meer? Geloven heeft alles te maken met trouw zijn, betrouwbaar zijn en vertrouwen hebben in. Om te geloven is de grondhouding van nederigheid, in het Latijn humilitas, belangrijk. Het latijnse woord humilitas is afgeleid van humus dat aarde betekent. Dit wil zeggen volgens Hildegard van Bingen met de beide benen op de grond of de aarde blijven. De goddelijke kiem in elke mens kan alleen tot volle wasdom komen als alle factoren die de groei belemmeren worden uitgeschakeld zoals hoogmoed, hebzucht, luidheid, wellust, onmatigheid, egoisme en hedonisme. Wie met zijn neus omhoog en met zijn hoofd in de wolken loopt, heeft het contact met de aarde verloren. Wie God wil ontmoeten die moet zijn hart niet verpanden aan de genoegens van het lijf, of aan materiele zaken. Wie God wil ontmoeten mag niet hooghartig zijn, maar moet zijn hart in alle deemoed leegmaken voor de genadestroom van God. De mens dient zijn hart aan God te geven, dat is het Latijn cor dare, het hart geven. En dat zijn de grondwoorden van credere, geloven. Wie zegt credo, zegt eigenlijk ik geef mijn hart, ik geloof. Essentieel voor het geloof in God is dus de nederigheid, de armoede van geest zoals Christus ons die heeft voorgeleefd. Een tijdloze boodschap wat Hildegard van Bingen ook zegt is dat wij ons moeten blijven realiseren dat we afhankelijk zijn van God onze Schepper en dat ons jegens Hem een nederige houding past. Als we ons hart openstellen voor God, ons hart geven aan God, met andere woorden als wij oprecht geloven, dan betekent dat vanzelf dat zij sober, zuiver en rechtschapen leven met aandacht voor onze medemens. Wij laten dan immers de zonde niet toe. En elke mens die de zonde niet toelaat maakt ruimte voor de genade van de goede God. Gisteren was Paus Franciscus in Assisi waar hij drie redenen noemde waarom het getuigenis van Sint Franciscus voor de hedendaagse mens een grote betekenis heeft. Ten eerste zei de paus leert de gestigmatiseerde heilige ons het belang van de persoonlijke relatie met Christus: “Christen zijn is een levende relatie met de persoon van Jezus, is je bekleden met Hem, is lijken op Hem.” Vrede De radicale navolging van Christus door Franciscus betekent volgens de paus dat “wie Christus volgt, de ware vrede ontvangt, die alleen Hij, en niet de wereld, ons kan geven”. Ook zei de paus in het bisschopshuis van Assisi dat de geest van de wereld “de vijand van Jezus” is. Een christen mag de geest van de wereld niet aanhangen die leidt tot ijdelheid, arrogantie, trots en tot afgoderij. Zoals Franciscus moeten alle christenen zich ontdoen van de wereldsheid, een kankergezwel voor de blijde boodschap, omdat gehoorzaamheid aan de wereldse geest dood en verderf voortbrengt. Geen zoetsappigheid Verder zei de paus dat de "Franciscaanse vrede geen zoetsappigheid is. "Dat is niet de echte Sint Franciscus. Ook is het geen pantheïstische vereniging met kosmische krachten. Ook dat is niet franciscaans; dat is iets wat mensen hebben bedacht." De heilige Franciscus wist het kruis en het lijden ook een plaats te geven in zijn leven. Schepping Het derde betekenisvolle aspect van het getuigenis van Franciscus heeft betrekking op “het respect voor alles wat God heeft geschapen”. Het is bekend dat Franciscus Il Poverello in alle schepselen de hand van God zag en daarom voor de natuur een grote liefde opvatte, welke hij poëtisch vorm gaf door zijn Zonnelied. Broeders en zusters in Christus, Als je gelooft in God dan is dit nog geen garantie dat je leven rooskleurig verloopt zoals je het verlangt. Geloven in God is en blijft een avontuur met zijn ups en downs, een op weggaan met als Reisleider Jezus Christus die de weg wijst naar het paradijs en het eeuwige leven. Waar het op aankomt is dat wij niet onze ziel verliezen in de wereld maar dat wij met onze ziel verbonden blijven met Jezus Christus. Wie zo in het leven staat die zal op zijn tijd mogen horen dat hij of zij een trouwe dienaar van de Heer is en daarvoor beloond worden. Amen.

Homilie 29ste zondag jaar C

HOMILIE 29ste zondag jaar C Broeders en zusters in Christus, Als christen sta je voor de uitdaging om God tijdens je hele leven te zoeken. Maar God zoeken is op de allereerste plaat je door hem laten vinden. Het is jouw God niet omdat Hij van jouw is maar omdat jij van Hem bent. Hij is jouw God, niet omdat jij Hem vindt, omaar omdat Hij zich laten vinden in de stilte van je eigen hart. Weest stil en luister.... en dan ontdek en zie je waar God aanwezig is en tekenen geeft van zijn aanwezigheid. Elke dag even de tijd nemen voor het wonder van de vriendschap van God met ons en persoonlijk tot Hem bidden, daardoor leer je Hem kennen en beminnen. Iemand die niet bidt zal op een bepaald moment nog maar moeilijk tot geloven komen. In de stilte van de avond of bij het begin van een nieuwe dag laat God zich vinden door hen die tot Hem spreken en bidden. Abba! Vader! Zo mag je God aanspreken. Aan Hem kun je je toevertrouwen want liefde is zijn moedertaal. Wie bidt en eenmaal een gebedsverhoring heeft gekregen die ervaart dat God met onze menselijke noden begaan is en gaat nog meer bidden en die is vertrokken met zijn spirituele leven. Het evangelieverhaal over de weduwe die aandringt bij de rechter is zo een voorbeeld van een vrouw die aandringt tot ze verhoort wordt. Bidden is volhardend en vertrouwen in God dat Hij ons hoort en wilt helpen. Niet altijd zal dat zijn zoals wij verwachten omdat God anders kijkt naar ons en ons datgene geeft wat goed voor ons is. Aanhoudend bidden voor alle belangrijke beslissingen in het leven, wie doet er dit nog? Vele mensen denken dat ze alles op eigen kracht doen of met de moderne technologie alles kunnen bereiken en vergeten God te betrekken in belangrijke keuzes in het leven. Als je bidt dan rust er veel meer zegen op de keuze of belangrijke beslissing die je moet nemen in het leven. Bidden voor een nieuw werk, voor de geboorte van een kin, een aankomend huwelijk, een zieke man of vrouw, voor de geloofsverkondiging op school op in de kerk, het zorgt ervoor dat je vraagt aan Gods wil wordt gedaan in je leven. Bidden het helpt echt, nog niet zo lang geleden vertelde iemand dat ze naar Lourdes was geweest en daar intens voor haar zoon had gebeden voor een nieuw werk en dat s avonds haar zoon opbelde dat hij werk had gevonden. Bidden maakt niet alleen wonderen mogelijk maar biedt ook bescherming in je leven, dat mocht de Kroatische piloot Zvonko Situm ervaren. Deze piloot is niet minder dan een nationale held in Kroatië sinds hij op 27 september een succesvolle noodlanding uitvoerde op de luchthaven van Zürich. Zijn toestel van Croatia Airlines had 65 passagiers aan boord toen een controlelampje een probleem aangaf met het landingsgestel. De koelbloedige piloot slaagde erin zijn toestel met ingeklapt neuswiel veilig te doen landen en alle passagiers en crew ongedeerd te laten uitstappen. Hij kreeg complimenten van de luchtverkeersleiding: "Excellent job, well done!" (Uitstekend werk, goed gedaan! Maar Zvonko Situm hield de complimenten niet voor zichzelf. Hij kwam vandaag naar Medjugorje om de Gospa te bedanken voor de behouden terugkeer! In de Kroatische media getuigt de piloot: "Er was geen tijd om bang te zijn. Ik ben al heel mijn leven gelovig en daaraan dacht ik ook tijdens het defect. Het ongeluk gebeurde rond 20u. Ik had die ochtend om 9u nog mijn gebeden gezegd, zoals ik elke dag doe. Ik word al heel mijn leven gedreven door het geloof, en dat was niet anders op dat ene, kritieke moment." Hij kwam naar Medjugorje in het gezelschap van zijn moeder en een tante. De nu 40-jarige gezagvoerder kwam op zijn achtste voor de eerste keer naar Medjugorje. Later kwam hij nog verscheidene keren terug, de laatste maal zes jaar geleden. "Toen ik trouwde, ging ik met mijn vrouw Anita op huwelijksreis naar Rome en reisden we door naar Medjugorje. Mijn vrouw wist dat er vroeg of laat iets zou gaan gebeuren. Mijn ouders hebben me een rozenkrans geschonken die ze in 1982 in Medjugorje gekocht hebben. Sinds het begin van mijn carrière als piloot heb ik die rozenkrans altijd in mijn bagage gestopt op het vliegtuig. Zo ook deze keer. Ik kwam speciaal naar Medjugorje om Onze-Lieve-Vrouw te bedanken dat Zij zoveel levens gered heeft met onze veilige landing." Broeders en zusters in Christus, De parabel over de weduwe en de onrechtvaardge rechter van het evangelie heeft Lucas opgeschreven niet alleen om de eerste leerlingen aan te moedigen tot volharding, ook onze tijd heeft de aanmoediging nog om te blijven geloven in de reddende kracht van het gebed. God heeft zijn Zoon Jezus naar de wereld gezonden om de mensen te redden en te verlossen van alles wat de mens schade kan toebrengen. Laten wij trouw blijven aan ons geloof in Jezus en blijven uitzien naar de reddende komst van God die heel de schepping vernieuwt met zijn liefde en barmhartigheid. Want eenmaal zal de aanhouder winnen. Amen.

Homilie 30ste zondag jaar C

HOMILIE 30ste zondag doorheen het jaar C Broeders en zusters in Christus, Het zit in de mens in om zich te onderscheiden van anderen en de beste te zijn. We zien het in de sport, de muziek, op het werk maar het kan ook door een duurdere auto of vakantie en noem maar op. Op zich is er niets mis mee om vooruit te willen komen in het leven, maar het loopt mis als je jaloers wordt op anderen of zelfs nog erger anderen gaat minachten die minder kunnen of minder hebben. En daarmee zijn we gekomen bij het evangelie waar de Farizeeer zichzelf prijst en de tollenaar minacht. Het hart van de Farizeeer is zo vol van zichzelf dat hij de deur voor andere mensen gesloten houdt en zelfs de deur voor Gods genade en Gods barmhartigheid gesloten houdt. De mensen kijken naar het uiterlijk van anderen maar God kijkt naar het hart van de mens of dat nederig of hoogmoedig is. De tollenaar heeft een hele andere houding en gebed tegenover God. De tollenaar is een belastingontvanger in dienst van de Romeinse overheersers. Tolenaar waren niet geliefd en gebrandmerkt als uitbuiters en woekeraars. Zich bewust van zijn zondig gedrag weet de tollenaar in het evangelie zich maar klein tegenover God, hij heeft niets om trots over te zijn. De tollenaar geeft zich volledig over in de handen van God en doet daarom een beroep op Gods barmhartigheid. God, wees mij zondaar genadig. De Tollenaar verwacht alls van God: vergeving, een nieuw leven en nieuwe kansen. Geheel tegen de verwachtingen in geeft Jezus de conclusie van het verhaal: Ik zeg u de tollenaar ging gerechtvaardigd naar huis en de andere niet. Wie zichzelf verheft zal vernederd en wie zichzelf vernedert zal verheven worden. Met Jezus wordt de wereld ondersteboven gezet. Vele eersten zullen de laatste en vele laatsten zullen de eersten zijn. De wereld en de media schuift de rijken, de beroemden en de sterren van de filmwereld allemaal naar voren als voorbeelden van mensen die het gemaakt hebben in het leven en die men dient na te volgen, maar gelukkig kijkt God naar hele andere dingen bij mensen. God kijkt naar het hart en ziet of er openheid is voor zijn liefde. Van de H. Maria weten we dat ze nederigheid zelve was. De grootheid van Maria ligt in haar houding ten opzicht van God. Zij staat voor Gods aangezicht. God kijkt naar haar en Maria beantwoordt die blik met heel haar wezen: totaal ontvankelijk en aandachtig voor Hem. Ze zegt heel eenvoudig: Zie de dienstmaagd des Heren of maw hier ben ik, ik sta ter beschikking voor Uw plannen, God. De blik van Maria is zuiver: zij ziet zichzelf slechts in het licht van God. Daarom weet ze dat ze nederig en arm is, maw alles ontvangt zij van God. Maria behoorde tot de anawim of de armen van God. De armoede die hier bedoeld wordt heeft niet te maken met geld of materiele welstand maar wel met de houding van een ziel tegenover God. Gods armen zijn de mensen voor wie God hun rijkste bezit is. Het is dezelfde deugd waarvan ook Jezus spreekt: Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het rijk der hemelen. Dergelijke mensen zijn het die een volk welgevallig maken in God ogen. Arm van geest is hij die zichzelf totaal ontledigt, die zijn geest letterlijk leeg maakt, uitzuivert, om God onbevangen en onbevooroordeeld aan te kijken, eenvoudig en spontaan als een kind. Onze eigen persoonlijke visie, onze opvattingen, indrukken, ervaringen, verwachtingen, verlangens, enz hangen voortdurend voor onze ogen als een rookgordijn en kunnen onze blik vertroebelen waardoor wij God niet waarlijk meer zien. Een kind heeft dat niet. Het is te klein om al een eigen visie te hebben. Het kijkt alleen maar naar vader en moeder en terwijl het hen aankijkt legt het zijn handje vertrouwvol in de hunne om zich door hen te laten leiden. Het geeft zich helemaal over. De blik van zo'n kind is zuiver. Daarom staat er geschreven: zalig de zuiveren van hart, want zij zullen God zien. Broeders en zusters in Christus, De vraag die vandaag naar aanleiding van de lezingen tot ons wordt gesteld is de volgende: Wie loop je achterna de wereld met zijn klatergoud, eigengereidheid, valstrikken, verleidingen wat leidt tot verwijdering van God of Jezus die zelf nederig en zachtmoedig van hart is? Bij ieder van ons ligt de uitdaging om de juiste keuze te maken in zijn leven want het gaat om blijven steken in de ongerechtigheid of gerechtvaardigd worden door Gods liefde en Barmhartigheid. Moge de lezingen van deze zondag ons inspireren en helpen om nederig en in alle eenvoud voor Jezus te kiezen want dan mogen wij pas ten volle deel hebben aan de eeuwige liefde en barmhartigheid van Jezus Christus. Amen.

zaterdag 29 juni 2013

Homilie 13de zondag jaar C

Broeders en zusters in Christus, Wie niet horen wil die moet maar voelen hebben de apostelen Jakobus en Johannes gedacht toen de Samaritanen niet wilden luisteren naar de woorden van Jezus. Heer, wilt gij dat wij het vuur van de hemel afroepen om hen te verdelgen? Het is een hele menselijke reactie van de beide apostelen. Opmerkelijk is het dat Jezus hen terechtwijst, God wil niet op de eerste plaats een straffende God zijn maar een God die geduld heeft met de mensen en barmhartig is naar de mensen toen. Jezus nodigt mensen uit om met Hem in relatie te treden maar wil niet dwingen om zijn liefde te aanvaarden en in Zijn voetspoor te treden. Ik klop op de deur van je hart en als je opendoet zal ik binnenkomen zegt God en maaltijd met je houden. Ik geloof vast dat iedere mens van God de genade krijgt om Hem te aanvaarden in zijn leven door een ontmoeting van een overtuigde christen, door een bedevaart naar een Mariabedevaartplaats of door een beproeving die je meemaakt. Wat doen wij als God voorbijkomt en Hij ons de genade van bekering wil schenken of als Hij ons tot een dieper geloof wil brengen? Blijven wij onverschillig tegenover God en zelfgenoegzaam in ons huidige leventje of durven wij in te gaan op de uitnodiging van God en serieuzer werk maken van ons geloof? Jezus navolgen is geen leventje leiden van luxe en van maar zo veel mogelijk te genieten van het leven en pakken wat je maar kunt. Neen, Jezus navolgen is ook iets kunnen offeren van je tijd, je materiële goederen en investeren in de liefde tot God. Jezus navolgen is jezelf wegcijferen, je zelf geven en liefde geven zonder voorwaarden te stellen. Jezus heeft er op zich niets tegen dat je zorg en aandacht hebt voor overleden mensen en je ze begraaft. Dat is trouwens een van de lichamelijke werken van barmhartigheid. Wat Jezus eigenlijk wil zeggen is dat je God de eerste plaats dient te geven in je leven en dat dan de rest vanzelf komt. Als je kritiek krijgt omdat je getuigt hebt van je geloof en het belang van de kerk dan moet je niet achterom kijken en denken had ik dit of dat maar niet gezegd. Jezus zegt immers hierover: wie de hand aan de ploeg slaat om omziet naar wat achter hem ligt die is ongeschikt voor het Rijk van God. Wie getuigt van het geloof die zal er rekening mee dienen te houden dat hij of zij ook dingen en mensen moeten leren loslaten. Jezus navolgen gaat een stuk gemakkelijker als er een klimaat heerst waar er veel gebeden wordt en de H. Eucharistie plechtig met mooie gezangen en met eerbied gevierd wordt. Hoe meer er in een parochie of in het gezin gebeden wordt, des te meer kan God zijn genade schenken en de harten van de mensen raken. Afgelopen week was ik Medeburger een Mariabedevaartplaats in Bosnië-Herzegovina, het voormalige Joegoslavië. Elke dag wordt de H. Mis gevierd samen om 07.00 uur s avonds en voor de avondmis 2 rozenhoedjes. In die bijzondere genadevolle week mocht ik getuigen zijn van de kracht van de nachtelijke aanbidding van 10.00 uur tot 11,00 waar er elke keer ruim 1000 mensen bij aanwezig waren. In de afwisseling van stilte, korte aanroepingen en mooie aanbiddingsliederen voor het Allerheiligste Sacrament mogen al deze iets ervaren van God aanwezigheid, Gods liefde en Gods zorg voor ons mensen. Elke dag is er voor de avondmis gelegenheid om in een persoonlijk biechtgesprek Gods vergeving te vragen aan de vele priesters die er ter beschikking zijn voor het sacrament van de vergeving. Gedurende 5 dagen heb ik Gods barmhartigheid mogen uitdelen aan wel 80-90 mensen die hun zonden oprecht uitspraken naar God toe en verheugd Gods vergeving en Gods vrede in hun hart mochten ervaren. Zonder God is er voor de mensheid geen toekomst en valt alles uit elkaar. Enkel door God weer een centrale plaats te geven in het gezin en je persoonlijk leven en te bidden tot hem is er hoop voor de mensheid op een vreedzame en betere wereld. Moge deze H. Eucharistie ons de genade schenken om te zien waar het op aankomt in het leven en moge Gods woorden in onze harten doorwerken opdat wij groeien in geloof, hoop en liefde. Amen.

vrijdag 24 mei 2013

Preek Pinksteren 2013

HOMILIE PINKSTEREN Broeders en zusters in Christus, Je kunt beter de geest ontvangen dan de geest geven. Wij kennen allemaal de uitdrukking de geest geven maw iemand komt te overlijden, het leven is eruit. De Geest ontvangen wil zeggen volop in het leven staan, vurig zijn, door God gezonden met een roeping in de wereld om het goede nieuws te brengen dat God liefde is en dat het de moeite waard is om te leven. Er is niets ergers als wanneer de geest weg is, dat geldt zo voor een vereniging, voor het gezin want dwz dat de inspiratie en de vernieuwing zoek is geraakt. Spirit, de goede geest de heilige Geest die zorgt voor leven, inspiratie en positieveveranderingen. Zo is een leven zonder de heilige Geest een steriel leven of een leven dat ten doden opgeschreven staat. Het vlees is van geen nut, het is de geest die levend maakt, is een andere bijbelse uitspraak waar veel waarheid insteekt en wil zeggen dat je het belang van het materiele of het lichamelijke dient te relativeren, het allerbelangrijk is voorrang te geven aan het spirituele of het leven van de ziel. Vele mensen doen vandaag de dag alles voor de luxe en om hun welvaartsleventje in staat te houden en vergeten totaal dat ze nog een ziel hebben die ook voeding en vernieuwing nodig heeft van Gods liefde. Rusteloos blijven deze mensen op zoek naar geluk en vluchten in allerlei bijkomstigheden maar vergeten dat het ware geluk te vinden is bij God. Zalig zijn de armen van geest want aan en behoort het koninkrijk der hemelen. Hoe waar zijn deze woorden die Jezus heeft uitgesproken want inderdaad mensen die arm van geest zijn, zijn mensen die alles van God verwachten en daardoor het echte geluk, de echte liefde en de innerlijke vrede van het hart op het spoor komen. Niet het klaargoud van roem eer, macht en rijkdom brengen het diepere geluk, dat is alles maar vergankelijk, het echte geluk vindt je bij Jezus Christus. In een van zijn toespraken heeft Paus Franciscus gewaarschuwd voor de dictatuur van de macht van het geld die de economie tot een afgod maakt en die de mens tot een produkt maakt, onderworpen aan de economie. Het gouden kalf dat de Joden in de woestijn maakten is de economie die hard en meedogenloos de mens gebruikt en niet meer in dienst staat van de mens. Het inkomen van een kleine minderheid groeit exponentieel terwijl de grote meerderheid het steeds moeilijker heeft om rond te komen. Achter deze houding van de minderheid die steeds maar meer wil, zit er de levenshouding van mensen die geen solidariteit tonen met de minderbedeelden en God en zijn geboden verwerpen. Crisis op crisis ontstaat er daar waar God wordt vergeten in het leven van de mens en de samenleving. In de evangelielezing hoorden we Jezus zeggen dat de heilige Geest alles in herinnering brengt wat hij gezegd heeft. Wij christenen hebben een geschiedenis die persoonlijk is en gemeenschappelijk. Als we onze geschiedenis van het geloof uitwissen dan vervallen we snel tot afgoderij want dan zijn we overgeleverd aan de grillen van de samenleving en onze eigen grillen. De geschiedenis van ons persoonlijke en gemeenschappelijk christelijk geloof is een geschiedenis van God die met de mensen op weg is gegaan. Uit de geschiedenis kunnen we lessen halen voor de toekomst, goede en slechte tijden maken deel uit van de geschiedenis, goed en kwaad tekenen onze persoonlijke en gemeenschappelijke geschiedenis en heeft ons hopelijk wijsheid gebracht. Uit het alledagelijkse leven weten we dat de geest wel gewillig is maar dat het vlees zwak is. Wij mensen zijn van goede wil maar soms maken we de verkeerde keuze omdat wij zwak zijn. Het is de heilige Geest die ons een juist inzicht geeft in wat goed is en wat kwaad en ons dat in herinnering brengt voor ons eigen leven. Een heel overzicht van wat God afkeurt en van ons vraagt is te vinden in de geboden van God. Als Gij mij liefhebt zult ge mijn geboden onderhouden, heeft Jezus gezegd en dan zal de heilige Geest in u wonen. Omdat de Heer Jezus ons door en door kent, heeft Hij bovendien de heilige Geest geschonken aan de apostelen om mensen die berouw tonen over hun zwakheden weer met God te verzoenen door hen vergeving te schenken.Pinksteren, het Hoogfeest van de Heilige Geest, we kunnen ons er maar moeilijk een voorstelling van maken. Kerstmis is heel concreet, de geboorte van Jezus in een kribbe te Bethlehem, Pasen is al iets moeilijker Jezus is uit de doden opgestaan. Maar hoe kunnen we ons Pinksteren voorstellen? Zoals de wind onzichtbaar is, zo is de heilige Geest ook onzichtbaar. Het enige wat je over de wind en de heilige Geest kunt zeggen is dat je hem voelt en de effecten ervan ziet. Wie door de heilige Geest bezield is die is in vuur en vlam voor het geloof in Jezus en die wil dit mededelen aan andere mensen. Daar waar de heilige Geest mensen aanraakt daar ervaar je dat God aan het werk is om zijn liefde uit te delen. De heilige Geest stort Gods liefde uit in het hart van de mens en dat geeft vrede, vreugde, zachtmoedigheid, geduld en warmte. Hoe de heilige Geest werkt in het hart van de mensen is en blijft een groot mysterie. Waarom spreekt een bepaalde boodschap sommige mensen wel aan en waarom blijven mensen onverschillig tegenover Jezus en zijn blijde boodschap? De Geest waait waarheen Hij wil, het heeft allemaal te maken met de harten van mensen die open of gesloten zijn voor wat van God op hen afkomt. Pinksteren is het feest van de zending van de christenen in de wereld om iets te doen aan de gebrokenheid van het bestaan van de mens. Wij christenen zijn geroepen om met de genade van God mee te werken aan de heelheid, genezing en heiligheid van iedere mens. De uitdaging van onze tijd ligt juist hierin om God God laten zijn en de waardigheid van elke mens in al zijn levensomstandigheden te bevorderen. Aan u allen een zalig Pinksterfeest.

woensdag 8 mei 2013

HOMILIE HEMELVAART 2013

HOMILIE HEMELVAART JAAR C: 2013 Broeders en zusters in Christus, Om de hemel dichterbij te brengen daarom is Jezus naar deze aarde gekomen. Jezus is mens geworden en afgedaald naar het leven van ons mensen om ons menselijk leven binnen te leiden in het koninkrijk der hemelen. Vanavond, vandaag vieren we met het hoogfeest van Hemelvaart dat Jezus als Verrezene naar God zijn Vader in de hemel is teruggekeerd. Weliswaar blijft Jezus tot aan het einde van de tijden met ons verbonden onder de tekenen van de sacramenten waarvan de H. Eucharistie het belangrijkste is, maar we zien Hem niet meer als Verrezene rondlopen op aarde, Hij is naar de hemel teruggekeerd. De terugkeer van Christus naar zijn Vader is tegelijk een bron van lijden, omdat het zijn afwezigheid betekent en een bron van vreugde omdat het zijn aanwezigheid op een andere wijze betekent .Zo is onze huidige toestand: we hebben Christus verloren en we hebben Hem gevonden: wij zien Hem niet en toch weten we dat Hij bij ons is. Dat is de christelijke paradox. Dankzij Jezus is de toegang tot de hemel voor de mensen geopend. Wij mensen zijn niet geschapen om alleen maar te leven in het hier en nu, wij zijn op geroepen om ons blik te richten op onze hemelse bestemming. Je kunt net zoals een vogel alleen maar naar de aarde kijken en je vleugels niet gebruiken of je kunt zoals een vogel je vleugels gebruiken en in de lucht vliegen waardoor je een veel ruimere kijk hebt op de aarde en het leven. Als je christen bent dan heb je door het doopsel de kiem van Gods liefde in ons hart ontvangen en heb je de mogelijkheid om God beter te leren kennen dan de andere godsdiensten en te groeien in Gods liefde. Het is verontrustend om te moeten ontdekken dat de laatste tijd het aantal dopen sterk gedaald naar maar amper 8 dopen voor het hele jaar 2013 en dit in de gehele Sint Christoffelparochie. Het is een grote uitdaging voor de gehele Sint Christoffelparochie om het geloof door te geven aan jonge gezinnen en jongeren en hen duidelijk te maken dat je veel gelukkiger door het leven gaat als christen bent omdat je dan weet dat God je bemind en dat je ten alle tijde bij Hem terecht kunt. De vraag die iedereen zich wel een heeft gesteld is of je met zekerheid weet of de hemel bestaat? Bewijzen kun je dit niet maar er zijn goede redenen om aan te nemen dat er een hemel is. In de bijbel heeft Jezus zo vaak gesproken over het koninkrijk der hemelen en Jezus is betrouwbaar, Hij heeft altijd de waarheid gesproken. Vanuit de 3 zienertjes Jacinta, Francesco en Lucia in Fatima, een mariabedevaartplaats in Portugal weten we uit dat zij de hemel hebben gezien in een visioen. Vanuit de religieuze literatuur kunnen we ons ook baseren op vele verhalen van mensen die een bijna-doodervaring hebben meegemaakt en iets van de andere kant van het leven hebben gezien. Allemaal hebben deze mensen iets gelijkaardigs meegemaakt: er is sprake van een lange tunnenl, het zien van een ongelooflijk helder licht en de ontmoeting met engelen, heiligen en de liefdevolle God. Vanuit de bijbel weten we dat God woont in het ontoegankelijk helder licht. Als je sterft dan kom je inderdaad plots in het volle licht terecht en dan wordt het volledig helder wie God is omdat je Hem kunt zien van aangezicht tot aangezicht. Ook krijg je te horen hoe God naar je leven kijkt en of je zijn liefdevolle blijde boodschap waarachtig hebt beleefd. Wij mensen krijgen maar 1 kans in dit leven om van ons leven iets moois te maken naar het voorbeeld van Jezus Christus. Laten we met Gods genade meewerken, het kwade vermijden en zo veel mogelijk goeds doen in ons leven want dan zullen we eenmaal onze eindbestemming bereiken, het hemels geluk rondom de troon van het Lam Gods. Amen

zaterdag 16 maart 2013

5de zondag veertigdagentijd jaar C

HOMILIE 5de zondag van de veertigdagentijd jaar C. Broeders en zusters in Christus, Tot ieders grote verrassing hebben de kardinalen in Rome een Argentijn tot nieuwe paus keuze. Gods wegen zijn ondoorgrondelijk en Gods gedachten en Gods plannen zijn heel anders dan onze menselijke gedachten en de opiniepeilingen van journalisten. Het eerste optreden van Paus Franciscus was bijzonder en een teken voor de gehele wereld: hij straalt eenvoud uit, pleit voor de armen en wil meer hartelijkheid onder de mensen brengen. Niemand had bovendien kunnen vermoeden dat de nieuwe paus de naam de H. Franciscus van Assisi zou kiezen, het is een sterk signaal voor de kerk om God centraal te stellen en te leven vanuit de grote kracht van de evangelische waarden zoals de H. Franciscus van Assisi dit heeft gedaan. Wat Paus Franciscus zo goed beseft is dat Hij door de genade van God tot paus is gekozen en dat hij het gebed van de gehele kerk nodig heeft om zijn taak waar te kunnen maken. Bij zijn eerste toespraak was het mooi om te zien dat hij zijn hoofd boog voor alle aanwezigen en aan iedereen vroeg om in stilte voor hem te bidden. Bij zijn eerste H. Mis voor de kardinalen zei hij dat ijdelheid bij mensen in de kerk niet mag voorkomen en hij waarschuwde allen om zich niet te laten meeslepen door de wereldse verlokkingen. Ook spoorde hij allen aan om niet zich niet te leiden door pessisme en bitterheid ondanks alles wat er in de kerk is gebeurd maar optimistisch en met vreugde de blijde boodschap te verkondigen. Hoe Paus Franciscus de kerk zal leiden, dat is af te wachten maar zijn naam is veelbelovend voor de toekomst van de kerk. De H. Franciscus van Assisi was de man van de bevordering van de vrede en de radikaliteit van de beleving van het het evangelie, vooral het armoede-ideeal. Dankzij de H. Franciscus is er een grote opleving gekomen in de Middeleeuwen van het religieuze leven en een enorme vernieuwing van het geloof in de kerk. De Franciscanen hebben hun steentje bijgedragen tot de missie van Europa en Azie oa India en China. In onze tijd zijn ze ook actief op heilige plaatsen zoals bedevaartsplaatsen en ook in het Heilig Land bewaren zij de belangijke plaatsen van ons geloof. God maakt een nieuw begin met paus Franciscus. Dat God vernieuwend en verrassend optreedt dat hoorden we ook in de eerste lezing bij de profeet Jesaja: Ik onderneem iets nieuw, het begin is er al: ziet ge het niet? Dat de geloofsgemeenschap Jezus centraal stelt en meer en meer op Hem gelijkt dat is de doelstelling van de kerk en van Sint Paulus die daarover schrijft in de 2de lezing. Paulus streeft ernaar om Jezus boven alles te leren kennen, dat is voor hem doel nr 1 in zijn leven. Paulus wil de kracht van de opstanding ervaren in zijn leven en deelhebben aan het lijden van Christus. En waar kun je dit beter ervaren dat in de H. Eucharistie en in de andere sacramenten? Dat God verrassend en vernieuwend optreedt dat horen we ook in de evangelielezing. In plaats van strikt de Joodse wet op te volgen en de overspeldige vrouw te laten stenigen, zet hij de schriftgeleerden schaakmat door te zeggen: Laat diegene onder u die zonder zonden is, het eerst een steen op haar werpen. Niet alleen brengt Jezus een nieuwe visie over maar als de Zoon van God laat Hij zien dat Hij het is die mensen vergeving kan schenken en mensen een nieuwe kans geeft. Ook Ik veroordeel u niet, ga heen en zondig van nu af aan niet meer. Wat zou de wereld er anders uitzien als we elkaar wat meer zouden kunnen vergeven en niet elkaar met stenen, met kritiek zouden overladen. Sommige kranten en journalisten kunnen er wat van om meteen mensen met stenen te bekogelen of met kritiek te overladen. Paus Franciscus is nog maar net verkozen of sommige journalisten verspreiden al roddels van onze paus over de rol die hij zou gespeeld hebben in het militaire regime in Argentinie. Als reactie heeft Pater Frederico Lombardi van de het persagentschap van de H. Stoel alle beschuldigingen tegen de nieuwe paus verworpen en medegedeeld dat deze valse beweringen tegen paus Franciscus afkomstig zijn van een anti-katholieke bron die het imago van de kerk welbewust probeert te besmeuren. Oordeelt opdat ge niet geoordeeld wordt en veroordeelt niet opdat ge niet veroordeeld wordt. Broeders en zusters in Christus, Vandaag dragen we van de lezingen mee dat wanneer de bereidheid tot vergeven bij de mens ten einde is, dat Gods Barmhartigheid nog lang niet ten einde is. Vreemd dat wij mensen zo gemakkelijk met stenen werpen, oordelen en veroordelen terwijl wij toch eigenlijk allemaal aangewezen zijn op Gods barmhartigheid. Laten wij proberen om naar het voorbeeld van Jezus ook barmhartig met elkaar om te gaan want vergeven past ons beter dan te stenigen en redden meer dan veroordelen. Amen.

maandag 11 maart 2013

4e zondag veertigdagentijd 2013

Uit de hele wereld komen talloze joden naar de Klaagmuur  in Jeruzalem om daar hun hart bij God uit te storten.
In de barsten en spleten leggen ze briefjes met hun wensen en verzoeken. Ook toeristen doen dat.
Langs deze weg vond een vader zijn zoon terug die van huis was weggelopen om zich in Is-ra-el te vestigen. Op het briefje stond: "God, vergeef mij dat ik mijn ouders verdriet heb gedaan".  Ook het adres stond erbij en juist daar had de vader in zijn gebed om gevraagd.
Weggelopen kinderen vinden ---- op de bodem van ellende ---- dikwijls de moed terug te gaan naar hun ouders.
Naar de bevrijding. De dikke stadsmuren om hen heen, vallen om. Die moed om terug te komen, daar gaat het om.
Als je de moed verliest, is alles verloren. Als je die niet verliest, komt er vroeg of laat een oplossing. Met zo'n overtuiging moeten we ook onze kerk van vandaag tegemoet treden.
Met zo'n overtuiging kunnen we toch ook met onze kinderen contact proberen te zoeken ten aanzien van wat onszelf heilig is.
Waar vinden we ons echte "thuis"? Welk licht laten wij op ons schijnen? Het vuurtorenlicht van God of een of ander dwaallicht, dat misschien heel flitsend is, maar ons zeker niet "thuis" zal brengen.
Ook moeten we ons niet aan jaloersheid ten onder laten gaan, zoals de oudere zoon in het verhaal. Heel moeilijk om hierin de goede houding te vinden. Als het fout gaat, roepen we dan God ter verantwoording en wenden we ons van Hem af? Heb, bij alles wat je tegenzit, vertrouwen in God. Ieder van ons roept Hij bij ZIJN of HAAR naam. "Menslief, ik houd van je".
God is als een moeder die een drachme kwijt is.
God is als een vader wiens zoon aan het zwerven is.
God is als de herder die zijn hele kudde in de steek laat voor een eigenwijs lam.
God staat altijd op de uitkijk.
Dat deed ook de vader van de verloren zoon. Hij weigert hem niet de toegang tot zijn huis. Integendeel. In groot vertrouwen voelt hij dat alles goed komt.
Het is zoeken en vinden van twee kanten.
Geloof wordt niet als een pakketje voor onze deur gelegd. Het is beweging, op zoek gaan.
 
Ook wanneer wij samenkomen in gebed, dan zijn wij op zoek. God dringt zich niet op. Hij wil dat wij in vrijheid kiezen.
We lopen soms weleens verloren in deze wereld.
Dan zoeken we een begrijpende blik en een hand die ons vasthoudt.
De zoon in het verhaal vindt meer dan hij verwacht heeft. Er wordt feestgevierd. Hij wordt omhelsd en er vallen geen boze woorden. Alles ligt nog te gevoelig. Zijn fouten zijn hem vergeven.
Zoeken is geen ondraaglijk levenslot. Wie op weg gaat, vindt altijd een hand die steunt, een mond die van liefde spreekt.
God komt naar ons toe.
Er staat niet: de zoon is teruggekomen.
Nee, er staat: hij is terug gevonden.
Wie God hoopt te ontmoeten, zal een feestmaal vinden. We mogen aanzitten. Er wordt brood gedeeld.
Wie zoekt, wordt gevonden.

zaterdag 9 maart 2013

Preek presentatieviering Communicanten Ben-Le

HOMILIE 3de zondag van de veertigdagentijd jaar C Beste communicanten, broeders en zusters in Christus, Over enkele weken begint de lente en ontluiken de bloemen en staan de bomen in mooie bloesem en komen bladeren aan de bomen. Een mooie tijd om naar uit te kijken hoe wonderbaarlijk Gods natuur is. Daarna komt de zomer en is alles groen en groeien en bloeien er prachtige bloemen. Aan het einde van de zomer komt de herfst en dan is het de tijd om te oogsten appels, peren, druiven, en noem maar op. Als je fruitbomen plant dan hoop je dat daar natuurlijk ook vruchten aankomen. Vandaag vertelt Jezus ons in het evangelie een gelijkenis of een verhaal over een vijgenboom. Het is echter een vijgenboom waaraan de eigenaar geen enkele vrucht vindt. Deze boom gebruikt het sap en het voedsel uit de grond dus alleen voor zichzelf. Hij staat daar in feite voor niets.... Jezus vergelijkt die vijgenboom met vele mensen die naar Hem komen luisteren. De ontmoeting met Jezus heeft hun hart niet verander.Jezus woorden en Zijn voorbeeld brachten hen niet tot bekering of tot een verandering in hun leven. Het was tot deze mensen dat Jezus Jezus met zijn verhaal zei:” Al drie jaar trek ik rond door dit land en jullie zijn nog steeds als bomen zonder vruchten. En hoe zien de vruchten aan mijn boom eruit? Een vraag die Jezus vandaag ook aan jou stelt. God heeft je niet op deze aarde gezet omwille van jezelf alleen, maar opdat je voor anderen vrucht zou dragen. Vruchten van hulpvaardigheid, eerlijkheid, geduld, liefde.... De Vader in de hemel weet echter dat deze vruchten soms lang op zich laten wachten. Hij heeft geduld met trage bloeiers. En het is Jezus zelf die voor ons ten beste spreekt. Elke dag geeft Hij Zichzelf. Zijn woord en Zijn voorbeeld helpen ons om uit te groeien tot goede en liefdevolle christenen. Vandaag communicanten hebben jullie je naam gezegd aan de hele geloofsgemeenschap in Beneden-Leeuwen. Je eerste communie wil zeggen dat je als leerling van Jezus graag Jezus beter wil leren kennen en zijn Liefde wilt ervaren. Jezus is op aarde gekomen om een Gods Koninkrijk op aarde te komen oprichten en te vertellen dat God liefde is en dat wij geroepen zijn om elkaar lief te hebben. Als wij in de kerk komen dan komen wij bij Jezus op bezoek omdat Jezus hier woont en hier mogen wij luisteren naar de bijbelverhalen die gaan over alles wat Jezus gezegd en gedaan heeft. Hoe vaker je naar de kerk gaat; hoe beter je Jezus leert kennen en zo wordt je een goede vriend van Jezus. Vrienden die gaan vaak op bezoek bij elkaar om bij elkaar te zijn, met elkaar te spreken en met elkaar het leven te delen. Jezus is een zeer trouwe Vriend, Hij bemint ons allen zoals wij hier samen zijn en wij komen Hem tot Hem spreken. Hoe doe je dat spreken met Jezus want je ziet Hem toch niet? Wij geloven dat Jezus hier aanwezig is en wij kunnen van ons hart bidden tot hem met de gebeden die wij kennen zoals bv het onze Vader maar we kunnen ook persoonlijk tot hem spreken in eigen woorden. De ene keer danken wij Hem voor de mooie momenten die hebben mogen meemaken in ons leven en de andere keer vragen wij Hem om hulp als wij zorgen en moeilijke momenten moeten meemaken in ons leven. Beste communicanten, broeders en zusters in Christus, God wil dat wij gelukkige en vreugdevolle christenen zijn, dit kan maar als wij leven in verbondenheid met Jezus Christus want hij helpt ons om veel goeds te doen in ons leven en te getuigen van Gods liefde. Moge deze H. Eucharistie ons allen inspireren en helpen om de weg van Jezus te gaan en samen te streven naar een betere en liefdevollere samenleving waar wij aandacht hebben voor God en voor elkaar. Amen.

Preek 4de zondag veertigdagentijd

HOMILIE 4de zondag jaar C Broeders en zusters in Christus, HOMILIE 4de zondag jaar C Broeders en zusters in Christus, Onze God is een genadige en barmhartige God die altijd klaarstaat om ons zich over ons te ontfermen. In Jezus is deze barmhartige van God heel nabij en tastbaar geworden en daardoor krijgen we een heel ander beeld van wie God is. In het Oude Testament kwam meer het beeld naar voren van een strenge en rechtvaardig God die de zondaars straft en tuchtigt. Een juist beeld hebben van wie God is, is voor iedere christen heel belangrijk. Als we terug in de tijd gaan dan had je vroeger in de kerk van die donderpreken waardoor heel wat mensen angst en schrik voor God kregen. Hoe kun je nu een God beminnen als je altijd angst hebt voor hem? In onze huidige tijd is er een correctie gekomen op ons godsbeeld en vertrouwen we erop dat God vergevingsgezind is en barmhartig. Het gevaar van onze huidige tijd is echter dat men denkt dat iedereen er wel komt ongeacht of iemand nu wel of niet een inspanning doet om goed te leven en dat is vermetel vertrouwen. Enerzijds is God barmhartig maar anderzijds ook rechtvaardig. God vindt niet alles goed en wil dat wij langs onze kant ook een inspanning doen en proberen goed te leven en vergeving vragen over onze zwakheden en zonden. Hoe sta ik tegenover God? Hoe ik wel rekening met wat Hij zegt en ga ik mijn eigen gangen? Het is wijs om de gulden middenweg in het leven te bewandelen. Met al te veel angst tegenover God kun je niet leven maar al te vrijpostig en erop los leven en denken dat God alles goed vindt is ook niet echt realistisch. In de bijbel spreekt men van de vreze des Heren en dwz ontzag hebt voor God en dat je rekening houdt met Zijn geboden en Zijn Woorden die Hij heeft gesproken. Wie leeft volgens de vreze des Heren die probeert God te behagen en Hem niet te kwetsen. In de 1ste lezing hoorden we dat God genadig zich het lot van Israel heeft aangetrokken en dat Hij hen heeft bevrijd van de slavernij uit Egypte. God is een genadige God die zich met mensen wil verbinden in een verbond. Het verbond dat God met het Joodse volk heeft gesloten is verbond van het vieren van het Paasfeest om te denken aan de bevrijding uit Egypte. Tot op de dag van vandaag vieren de Joden dit Paasfeest zoals zo vele jaren geleden in Egypte en het Beloofde Land. Door Jezus is dit verbond van God met de mensen vernieuwd en vieren wij Pasen op een nieuwe wijze namelijk door tijdens een bijzondere plechtige H. Eucharistie de verrijzenis van Jezus te vieren. In de 2de lezing staat de oproep van Paulus centraal: Laat u met God verzoenen. Om de mensen met God te verzoenen daarvoor is Jezus naar de aarde gekomen en wij kunnen deel krijgen aan de verzoening met God door persoonlijk het sacrament van de vergeving te ontvangen. Dat God door zijn Zoon Jezus de wereld met zich heeft verzoend horen we elke keer in de H. Eucharistie bij de woorden van de consecratie als de priester zegt dit is de beker van het nieuwe en altijddurende verbond, dat is Mijn Bloed dat voor u en alle mensen wordt veroten tot vergeving van de zonden.. Het thema van Gods barmhartigheid komt ook terug in het prachtige evangelieverhaal van de verloren zoon en de Barmhartige Vader dat de evangelist Lucas heeft neergeschreven. Lucas heeft voor de volgende generaties 3 opeenvolgende parabels neergeschreven die met elkaar verbondenzijn: het verloren schaap, het verloren muntstuk en de verlozen zoon. Aan het einde van de 3 parabels zegt Jezus: Er zal meer vreugde zijn in de hemel over een zondaar die zich bekeert dan over de 99 rechtvaardigen die geen bekering nodig hebben. Inderdaad is God heel blij als iemand weer terugkeert naar Hem toe. De Vader in het evenagelieverhaal stelt God voor die vol verlangen uitkijkt naar mensen die terugkeren naar Hem toe. Verheugd u met Mij zegt de Vader want mijn zoon was verloren en is teruggevonden, hij was dood en is weer levend geworden. Minstens een keer in het jaar is het gebruikelijk in vele gezinnen om grote schoonmaak te houden en er netjes bij te zitten. Waarom toch niet eens grote schoonmaak houden met je ziel en in onze relatie met God beginnen met een schone lei? Wij hoeven niet bevreesd te zijn voor Jezus, Hij aanvaardt ons zoals wij zijn en is verheugd als wij onze tekorten naar Hem toe uitspreken want dan erkennen wij Hem persoonlijk als onze Redder en Verlosser. In een van zijn romas, beschrijft de Russische schrijver Dostoievsky een scène met een diepere betekenis. Een vrouw houdt in haar handen een kind van enkele weken oud in haar armen als het kind voor de eerste keer naar haar lacht. Haar berouwvol hart maakt een kruisteken en aan diegene die vraagt waarom ze dit doet geeft ze als antwoord: Wel zoals een moeder bij het eerste lachten van haar kind zich verheugt, zo verheugt God zich elke keer als een zondaar neerknielt en tot Hem een gebed richt uit het diepste van zijn hart. Laten wij God die vreugde geven door oprecht en eerlijk onze fouten en zwakheden uit te spreken in het sacrament van boete en verzoening. God zal ons dan overstelpen met zijn barmhartige liefde en wij zullen dan een grote vreugde ontvangen in ons hart. Amen.  

Preek van de 3de zondag veertigdagentijd

HOMILIE 3de zondag veertigdagentijd Jaar C Broeders en zusters in Christus, Zo links en recht hoor je dat de laatste tijd in onze samenleving de misdaad en het geweld toeneemt, we lezen het in de krant en ervaren het elke dag in onze eigen omgeving of elders dat het aantal diefstallen toeneemt en wat nog veel ergers is dat er onschuldige slachtoffers vermoord worden of er zich verschrikkelijke gezinsdrama's voordoen. Het is duidelijk dat het hart van de mens zo aangetast kan zijn door verkeerde neigingen of ondeugden dat mensen tot verschrikkelijke daden overgaan. Hoe is het mogelijk dat sommige mensen zo iets kunnen doen,vragen velen zich dan af. Meestal begint het kwade in het klein: een kleinigheid wegnemen in de winkel en als daar niet op wordt gereageerd dat gaat het van kwaad tot erger en gaat men tot grote diefstallen over. Bij sommige mensen, zoals kleptomanen, is het zo erg dat ze niet meer van de ziekelijke neiging of de ondeugd om alles wegnemen afgeraken. Om een goed mens of een goede christen te zijn heb je niet alleen goede voorbeelden nodig maar daar komt nog bij dat alles dient aangeleerd te worden. Het is niet moeilijk om christen te worden, je laat je dopen en dan ben je christen. Wat moet je echter doen om een goede christen te zijn en ook te blijven? Een goede christen wordt je maar als je ook goede gewoontes aanleert en deze blijft vasthouden. We spreken ook wel van deugdzame christen dit is een christen die goedheid, trouw en liefde uitstraalt en de goede gewoontes van het katholiek geloof ook vasthoudt. En dit kan maar als je je leven richt op Jezus Christus. De diaken Efrem de Syriër, die die leefde rond 306 in Nisibis het huidige Nusaybin aan de Turks-Syrische grens, schrijft in zijn boek de Carmina Nisibena over de discipline die een christen zich eigen dient te maken. Met beelden maakt hij dit zijn lezers duidelijk als volgt: Als de aarde wordt bewerkt, brengt ze goede veldvruchten voort. Als de zee met roeiriemen wordt bewogen, is ze tevreden. Als erts, zilver en goud worden bewerkt, gaan ze glanzen. Zo wordt de mens door discipline ook beter. Voor hem staat de mens centraal in de boeiende maar onvoorspelbare en verleidelijke wereld. De kern van iedere mens is uniek. Hij is door God geschapen om het goede te volbrengen en aan het kwaad, de zonde te weerstaan. Het is echter een eigenschap van de mens om voortdurend te balanceren tussen het doorzichtige goede en het verraderlijke kwaad; tussen eerlijkheid en leugen, tussen de cultuur van het leven en de cultuur van de dood. In een hymne over de vasten gaat hij in op beide polen: Wie eensgezind is, is sterk, wie verdeeld is, wordt verslagen. Waar we als christen voor waakzaam dienen te zijn is voor zelfgenoegzaamheid namelijk te denken dat we er al zijn en dat ons niets meer kan gebeuren en dat wij ons niet meer hoeven te bekeren. Bekeren is dit wel voor ons? Is dat niet voor andere mensen ? De oproep tot bekering in het evangelie blijft actueel in alle tijden en is gericht tot alle leerlingen van Jezus. In deze veertigdagentijd is het wijs om je af te vragen waar kan ik mij verbeteren in de navolging van Christus? Waar heb ik misschien de verkeerde keuzes gemaakt in mijn leven en was ik niet trouw aan de boodschap van Jezus? We weten dat een rotte appel in mand appels de hele mand rot kan maken en zo kan 1 verkeerde keuze of zonde in het leven je hele christelijke leven aantasten waardoor je begint te twijfelen aan God of je zelfs je geloof in God kunt verliezen. In het evangelie staat er dat de man die de vijgenboom verzorgt de vijgenboom enkele jaren extra geeft om vruchten voort te brengen. En zo heeft God geduld met ons mensen, wij krijgen van Hem nieuwe kansen door zijn barmhartige liefde te ontvangen. Door de ontmoeting met Jezus in de sacramenten krijgen wij de kracht en de genade om vele goede vruchten voort te brengen. Als wij maar verbonden blijven met Jezus Christus, zoals de ranken met de wijnstok verbonden zijn, dan dragen wij vele goede vruchten. Al komen er hevige stormen over de kerk en de wereld als wij maar blijven geloven in God dan Hij uiteindelijk de stormen doen stillen. De sleutel tot het ware geluk blijft het vertrouwen hebben in God niet alleen in vorige eeuwen maar ook in onze tijd. God is immers de Heer van de geschiedenis en van de Kerk en wij geloven dat Hij alles ten goede zal leiden voor wie trouw blijft aan Hem. Amen.

donderdag 7 maart 2013

Nieuwe App voor Sint Christoffelparochie: de christoffelapp

Voor smartphones met Android is er de nieuwe christoffelapp van de Sint Christoffelparochie. U kunt de christoffelapp hieronder uitproberen.

dinsdag 5 maart 2013

3e Zondag in de veertigdagentijd



3e Zondag in de veertigdagentijd
Lc 13, 1-9


Vandaag horen we in het evangelie hoe Jezus met de mensen spreekt, wat ze Hem vertellen en vragen.
De mensen in die tijd dachten, dat het kwaad altijd de slechte mensen trof.

Jezus antwoordt: Het kwaad kan ook goede mensen treffen.”   Als wij vandaag Jezus’ mening zouden vragen over: de luchtvervuiling de werkeloosheid, het vreemdelingenbeleid  zou Jezus antwoorden: “Het is niet alleen de schuld van de politiek, het ontbreekt jullie allemaal aan solidariteit.”  En het zijn niet altijd de anderen die de vreemden moeten opvangen.  Ook  wij moeten  onze deur openzetten.  Wij moeten ons allemaal bekeren door soberheid, solidariteit en eerbied voor het leven.  Daarna vertelt Jezus een verhaal  om ons duidelijk te maken hoe groot Gods geduld is. Het is het verhaal van de onvruchtbare vijgenboom.

De vijgenboom is een voorbeeld van leven en vruchtbaarheid. Hij heeft overtollig groene bladeren en draagt twee keer per jaar veel vrucht.  Juist daarom ergert de eigenaar zich over zijn vijgenboom en zegt: “Al drie jaar kom ik om vruchten te vinden, maar ik vind er geen hak hem om!  Hij is nutteloos!”

Maar voor de man die dagelijks zorg draagt voor de vijgenboom is elke boom iets bijzonders en waardevol.  Omdat hij er al zoveel zorg aan besteed heeft, vraagt hij: “Heer laat hem nog één jaar staan.  Geef hem nog een kans.”  Hij voelt zichzelf verantwoordelijk voor de vijgenboom.  Hij zal de grond nog een keer omspitten en hem bemesten, iets wat normaal niet hoeft bij een vijgenboom. Misschien draagt hij dan het volgend jaar vrucht.

Jezus wil ons door deze gelijkenis zeggen:  God schrijft ons niet af,            Hij blijft hopen op onze goede daden. Hij geeft ons de tijd.
De veertigdagentijd is een tijd van bekering.  Laten we  nu beginnen en niet tot morgen wachten.  Laten we niet te veel naar de oorzaken van het kwaad zoeken, maar  onszelf  inzetten voor het goede. Amen.

dinsdag 26 februari 2013

tweede zondag veertigdagentijd-2013



Jezus was in gebed.
Vandaag wordt Jezus aan ons getoond, terwijl hij diep verzonken is in gebed. Wij horen dat zijn gelaat verandert van aanblik en zijn kleding verblindend wit wordt. Wij kennen dit verhaal ook als “de verschijning op de berg Thabor”. Jezus ontmoet,  al biddend,  Zijn Vader en krijgt van Hem een bewijs van zijn krachtgevende aanwezigheid. De ervaring die Jezus toen had, gebeurt eigenlijk nog altijd tijdens het bidden.
Als de Kerk in gebed is, breekt Gods'heerlijkheid door, zoals destijds ook bij Jezus gebeurde. Zeker, de Kerk is een Kerk van mensen, bekleed door de pelgrimsmantel. Die mantel is besmeurd met de zwakheid van de wereld. En toch, als de Kerk in gebed is, openbaart zich Gods'mysterie, van Zijn aanwezigheid in deze wereld. Als de Kerk in gebed is, verandert zij van aanzien, zij krijgt dan een uitstraling van dienstbaar zijn, arm en menslievend. Terwijl zij aan het bidden is, is zij bereid om zowel de vernedering van Golgotha te aanvaarden, als de heerlijkheid van de Thabor.
Helaas, het gezicht van de Kerk wordt in deze tijd zo vaag en zo bleek. Dat verandert wel als zij in gebed is, en Gods' Geest vaardig wordt, en zij vervuld is van vrede, vreugde en zekerheid. In de beproevingen van deze tijd verandert Gods' Geest het aanzien van de Kerk, zodat God Zijn bevrijdende aanwezigheid in deze wereld kan uitstralen. Als de Kerk in gebed is, wordt ons duidelijk hoeveel liefde in de Kerk aanwezig is, en voelen we de troost en de hoop die zij schenken kan. En ook hoeveel heiligen en martelaren zij voortbrengt. Zo ervaren wij ook het Thaborgebeuren, evenals onze Heer Jezus.
Wat met de Kerk gebeurt, overkomt ook ons, als wij in gebed zijn. Wij zijn gedoopt, dus dragen wij in ons geborgen Gods'heerlijkheid nu al in ons. Gods'Geest is nu al vaardig in ons. Gods'hemel is nu al geopend voor ons. En al ervaren wij het niet als zodanig, worden wij toch al opgenomen in Gods' stralende heerlijkheid, en wij kunnen Zijn stem al horen. Luistert naar Hem!
In geloof gaan we van het ene woord van God naar het andere, van de ene viering naar de andere, en van de ene ervaring naar de andere. De Geest laat Zijn stempel in ons achter. Terwijl wij bidden is het geheim in ons aanwezig, in onze diepste kern. 
Zo kan het zijn dat anderen bij ons dat licht komen zoeken. Voor hen is de straling van de diamant wel zichtbaar. Zo mogen wij toch, klein en zondig als we zijn, getuigen van Gods'Woord. Dat kan gebed in ons bewerken, soms zelfs als een Thabormoment. Laten we   God vragen of ook wij een Thabormoment mogen ervaren.   AMEN.

zaterdag 16 februari 2013

Vastenbrief 2013 van de Ned Bisschoppen

Pasen in het Jaar van het Geloof
Vastenbrief 2013 Nederlandse bisschoppen (verkorte versie)
Pasen valt vroeg in dit jaar. Maar in het Jaar van het Geloof, dat de paus heeft afgekondigd om het begin van het Tweede Vaticaans Concilie te herdenken, staat Pasen in het midden. Dat komt goed uit, want de viering van het lijden, sterven en verrijzen van onze Heer Jezus Christus kan zo ‘de deur van het geloof’ zijn die ons toegang geeft tot het leven met God. ‘De deur van het geloof’: dat is het beeld, dat de paus gebruikt als titel voor zijn afkondiging van het Jaar van het Geloof. Dat beeld wordt in de Handelingen van de Apostelen gebruikt voor de toestroom van gelovigen na de prediking van Paulus en Barnabas. Het is een beeld dat wij ook kunnen gebruiken om over ons zelf te spreken. Geloof klinkt als een soort terugkerend refrein in de verschillende verhalen uit de Schrift over Pasen. Telkens wordt verteld over de leerlingen die tot geloof in de verrezen Heer komen. In de liturgie van Pasen wordt dat proces dat de leerlingen doormaken op indringende wijze een proces dat ook wij (kunnen) doormaken en wel wanneer wij in de Paaswake onze doopbeloften vernieuwen.
In de paaswake worden wij gevraagd of wij geloven in God en we antwoorden met ‘ja’. Die vorm van vraag en antwoord maakt duidelijk dat geloven een antwoord is. Een antwoord op God die zich te kennen geeft, die zich aanbiedt, die onze instemming en toestemming vraagt om deel te worden van ons leven, om deel te nemen aan zijn leven.
In de paaswake worden wij gevraagd of we in God geloven. Geloven in iemand is niet zozeer een kwestie van weten, maar een kwestie van vertrouwen, van toevertrouwen. En dat geldt ook voor God of beter nog geldt voor God bij uitstek. Daarom begint de hernieuwing van de doopbeloften ook met de vraag of we ons af willen keren van het kwaad en toekeren naar God, een echo van de lezing uit de brief aan de Romeinen eerder in de paaswake, waarin Paulus uitlegt dat gedoopt worden een proces van sterven aan het oude leven en verrijzen tot een nieuw leven is.
Maar zoals we in ons dagelijkse leven wel willen weten wie we kunnen vertrouwen, zo ook in ons geloof. Vandaar dat de priester bij de hernieuwing van de doopbeloften niet eenvoudigweg vraagt of we in God geloven, maar drie keer vraagt of we geloven in God de Vader, in God de Zoon en in God de Heilige Geest. En vandaar ook dat in de drie vragen telkens iets van Gods werkzaamheid en zorgzaamheid aangegeven wordt. Bij God de Vader wordt de schepping genoemd, bij God de Zoon, de menswording omwille van ons en ons heil, bij God de Heilige Geest zijn werkzame aanwezigheid in ieder van ons en in de Kerk.
De hernieuwing van onze doopbeloften in de paaswake krijgt in onze tijd en in onze samenleving een apart accent. Geloven is niet meer vanzelfsprekend zoals dat in vorige periodes wel was en in andere samenlevingen nog wel is. Geloven in God Vader-Zoon-Heilige Geest is weliswaar nooit vanzelfsprekend geweest. Al in de evangelies is een refrein te horen van verbazing en verzet, een verzet dat uitloopt op de veroordeling en dood. Maar wij hebben een aparte gevoeligheid voor die niet-vanzelfsprekendheid van onze geloof. En hoe vreemd dat misschien ook klinkt: dat kan ons ook helpen om in onze tijd en in onze omstandigheden onze identiteit als Christenen en ons geloof te verhelderen.
Wij geloven in God Vader, Schepper van hemel en aarde. Daarmee belijden wij dat onze werkelijkheid, dat wijzelf een gave zijn. Dat maakt ook gevoelig voor die zaken in ons leven die we krijgen zoals genegenheid, vriendschap, liefde. Zaken die in onze economisch ingestelde samenleving niet altijd voorop staan, maar in ons geloof wel. Dankbaarheid als levenshouding hoort bij het koninkrijk van God
Wij geloven in God de Zoon, die omwille van ons en ons heil mens geworden is. Daarmee belijden wij dat we gemankeerde en beschadigde mensen zijn en ten diepste hulp nodig hebben. Elke Witte Donderdag lezen we het verhaal van de voetwassing. In dat verhaal verzet Petrus zich en dat verzet is precies een verzet tegen geholpen te worden. Het is zijn eer te na, het is onze eer te na hulp te vragen, afhankelijk te zijn. Maar Jezus zegt zeer beslist dat, wanneer Petrus volhardt in zijn verzet, hij niet bij hem hoort (Joh 13,2-10). Geholpen willen worden als levenshouding is een absolute voorwaarde voor het koninkrijk van God.
Wij geloven in God de Heilige Geest, die in ons woont. Daarmee belijden wij dat wij christenen zijn. Zoals Jezus door de zalving met de Heilige Geest bij zijn doop geopenbaard wordt als de Gezalfde, de Christus, zo zijn wij door onze doop gezalfden, ‘christenen’, tempels van de Heilige Geest. Die zalving geeft ons allen waardigheid en verantwoordelijk. Wij hebben de Heilige Geest ontvangen die in ons Abba Vader bidt (Gal 4,6) het gebed dat Jezus bad en zijn leerlingen leerde (Lc 10,21-22;11,1-4). Door de Heilige Geest zijn wij in de Zoon kinderen van de Vader, worden wij uitgenodigd vertrouwelijk om te gaan met onze God. Wij zijn geen vreemdelingen meer, maar huisgenoten. Vertrouwelijkheid is de sfeer die hoort bij het koninkrijk van onze God. En misschien is dit wel het meest kenmerkende van ons geloof: dat wij door de  menswording van de Zoon en de inwoning van de Heilige Geest bij God horen en God bij ons.
De verrezen Heer bezoekt op Paasavond de angstige en opgesloten leerlingen. De apostel Thomas is daar niet bij. Als hij de enthousiaste verhalen van de andere leerlingen hoort, reageert hij afwijzend. Hij kan pas geloven als hij de tekenen van het lijden in de verrezen Heer kan zien. Wanneer Jezus een week later weer bij zijn leerlingen komt, is Thomas wel aanwezig en ziet hij die tekenen. Hij belijdt dan zijn geloof: ‘mijn Heer en mijn God’. Die andere leerlingen hebben Thomas niet buiten gesloten omdat hij vragen had en Thomas is niet weggebleven omdat hij twijfels had. Zo kon hij binnen die gemeenschap groeien in geloof. Wij hopen dat ook onze geloofsgemeenschap de uitnodigende omgeving mag zijn waarin mensen kunnen groeien in geloof. Wij hopen dat deze vasten ons allen toe leidt naar ‘de poort van het geloof’ en dat wij allen in de hernieuwing van onze doopbeloften die vertrouwelijke omgang mogen vinden met God Vader-Zoon-Heilige Geest die ons verdiept en verbindt.
Utrecht, 4 februari 2013
De Nederlandse bisschoppen

woensdag 13 februari 2013

5de zondag jaar C: Carnavalszondag

5de zondag jaar C: Carnavalszondag
Beste prins Gerard d'n Urste, Adjudant Ben, jeugdprins Teun den 1ste, jeugdprinses Indy de 1ste, Schutlakers en Schutlakerinnen in Christus,
In de carnavalstijd worden er nogal wat sterke verhalen of het werkelijk gebeurde verhalen zijn dat weet je niet altijd. Vaak is het visserslatijn. Ja, Van vissers die gaan vissen hoor je nogal eens zeggen dat ze zo'n grote vissen hebben gevangen, maar als puntje bij paaltje komt dan blijkt daar in de praktijk niet zo veel van te kloppen. Dat is nu visserslatijn.
Van verhalen vertellen en beluisteren daar leven mensen van en dat maakt het leven afwisselend en boeiend. In de verhalen van mensen en de verhalen van de bijbel zitten er een zekere wijsheid verborgen, het is aan ons om die te ontdekken en zo levenswijsheid op te doen. Wij christenen zijn pelgrims op reis naar God toe.
Nu we het over reizen hebben wil ik het eerste verhaal vertellen.
Een christelijke dame zit in een vliegtuig in haar bijbel te lezen.
De man naast haar zegt grinnikend: “Dat geloof je toch niet echt he?”
“Zeker wel,” antwoordt de dame.
“Oh ja? Wat denk je dan van die vent die door een walvis werd ingeslikt?”
“Ook dat geloof ik,” antwoordt ze, “het staat immers in de bijbel.”
“O ja? Nou, hoe denk je dat hij dat heeft overleefd?”
Ze antwoordt: “Dat weet ik echt niet. Als ik in de hemel ben zal ik het hem eens vragen.”
“O ja? En als hij nou eens niet in de hemel is?” Zegt de man sarcastisch.
“Dan kunt u het hem vragen,
Omdat het evangelie gaat over Jezus en het water wil ik u een tweede verhaal vertellen over water.
Een pastoor, een vicaris en een dominee lopen samen langs een beekje. Ze willen naar de overkant, maar er is in de verste verte geen brug te bekennen. Ze zijn behoorlijk moe van het lopen en besluiten even te pauzeren. Dan neemt de pastoor een besluit. Hij staat op, vouwt zijn handen, bidt en loopt vervolgens over het water naar de overkant.
De vicaris staat even later ook op, bidt en loopt ook zo over het water naar de overkant.
De dominee is verbijsterd, maar kan niet achterblijven natuurlijk. Ook hij staat op, bidt en stapt op het water.... Met een plons valt hij er in.
De pastoor zegt hoofdschuddend tegen zijn vicaris: "Hij heeft een groot geloof, maar hij weet niet waar de paaltjes staan."
Een derde verhaal wil u vertellen over een collegapriester die wilde preken in de H. Mis
Op een zondagochtend spreekt een pastoor zijn parochie toe. "Beminde gelovigen, ik heb hier drie preken in mijn hand... Een duizend-euro preek van vijf minuten, een vijfhonderd-euro preek van een kwartier, en een honderd-euro preek van een heel uur. Nu gaan we over tot de collecte, en dan zien we welke preek ik ga houden."
Over het verhaal van het evangelie daar wil ik nu iets over vertellen.
De Verhalen die de evangelist Lucas heeft neergeschreven zijn allemaal nauwkeurig onderzocht en we mogen aannemen dat het waar gebeurde verhalen zijn. Lucas schrijft het trouwens zelf in het begin van zijn boek dat hij alles nauwkeurig is nagegaan.
Als we het evangelie op ons laten inwerken dat is het opmerkelijk te noemen dat Jezus eenvoudige vissers roept om zijn blijde boodschap uit te dragen over de gehele wereld en geen schriftgeleerden. Waar God echter naar kijkt is of iemand het hart op de juiste plaats heeft en dan pas kan hij je in dienst nemen voor het koninkrijk van God. De reactiesvan Petrus, Johannes en Jakobus zijn daarbij veelzeggend, zij voelen zich klein en onwaardig om de hoge roeping van God waar te maken. Als je te vol bent van jezelf dan kan God je maar moeilijk bereiken en in dienst nemen. Wie nederig van hart is en dat zijn de apostelen, die beseft dat hij of zij Gods liefde en Gods barmhartigheid nodig heeft. Pas dan kan je in dienst treden van de Heer en met de genade van God een mensenvisser worden.

Van visser naar mensenvisser, het is het leven over een ander boeg gooien want dit wil zeggen dat je mensen rondom de Heer dient te verzamelen en dat je mensen wijst op de noodzaak om het leven te richten op Jezus, de Redder van de wereld en zijn blijde boodschap.
In het leven kunnen mensen kunnen in zo'n zware stormen terecht komen dan ze er niet meer uitkomen en dan de hulp van anderen nodig hebben die hen verwijzen naar de hulp, de troost en de kracht van Gods liefdevolle boodschap.
Mensen kunnen door het leven zo getekend worden door zwaar weer, door tegenslagen, door eigen zonden of door de hardheid van andere mensen dat ze helemaal ontredderd geraken. Als er een kink in de kabel komt in het leven en je hebt geen geloof in God die redt, dan wordt je van bakboord naar stuurboord gestuurd en ben je er zeer erg aan toe.

Wat is het een zegen als je in de beproevingen van het leven iemand tegenkomt die je wijst op de hulp en de liefde en de barmhartigheid van Jezus Christus. In het evangelie spreekt Jezus over mensenvissen, dwz mensen opvangen en leiden naar rustigere wateren van Gods liefde.

Mensen vissen het heeft ook te maken met schoon schip maken of maw mensen erop wijzen dat ze van gedragen dienen te veranderen, dat ze zich dienen te bekeren en hun hart openen voor Gods barmhartigheid in het sacrament van de vergeving. Bij God wordt je nooit afgescheeft maar is er altijd hoop, verlichting, troost en hulp en een nieuwe kans. De kern van het Christendom is in feite Jezus ontmoeten en met Hem in contact blijven, al het andere zet geen zoden aan de dijk. In onze huidige zijn er zo vele invloeden en prikkels van de wereld die op ons afkomen via de reclame, de media, het werk en het uitgangsleven en die allemaal het geluk beloven maar die mensen in verwarring brengen. . Als je met alle winden meewaait en alles wilt meemaken in het leven en je je geloof in de wind slaat dan geraak je ergens in verzeild waarin je niet wilt en dan kom je van de wal in de sloot terecht. Als je naar de wereld luistert dan zul je achter het niet vissen en het geluk niet vinden.

Met de komst van Jezus staat het als een paal boven water dat je maar christen kunt zijn als je alle zeilen bijzet om ook echt werk te maken van de beleving van het evangelie.
Niets gaat vanzelf, je moet er wat voor overhebben voor je geloof en dat is meer dan ooit waar in onze tijd. Als je de boot niet wilt missen is het wijs om op tijd van koers te veranderen met Jezus als kompas om zo eenmaal de veilige thuishaven van God te mogen bereiken.
Amen.

Beste Schutlakers en Schutlakerinnen in Christus,
De verhalen van Jezus zijn dus echt gebeurde verhalen
Wie ze ter harte nemen die gaat het einddoel halen.
Het leven is kort maar hier maak je wel een definitieve keuze
als je Jezus bemint dan is het leven in de eeuwigheid reuze.
Het leven en het geloof in Jezus is een kracht en een wonder
dan merk je maar echt als je het leven tegenvalt met regenwolken en de donder.


Tot slot
Of het nu weer is of geen weer
ik blijf het herhalen keer of keer
de kerk is er voor iedere mens en staat altijd open
wij christenen hebben een doel en dat is op de hemel hopen.

Ik ga nu deze preek besluiten,
dan zijn jullie straks voor de optocht op tijd weer buiten.
Amen.

maandag 4 februari 2013

4e zondag door het jaar 2013



4E ZONDAG DOOR HET JAAR
4e zondag door het jaar                                                                                    Lc 4, 21-30

In het evangelie van vandaag lezen we hoe het Jezus vergaat in de synagoge van Nazareth, het dorp waar Hij zijn jeugd heeft doorgebracht en waar iedereen Hem kent. En misschien vragen we ons af waarom Hij zo negatief reageert op zijn dorpsgenoten. Hij, de Zoon van God, Hij die dus ook liefde is. Zijn reactie hier lijkt niet echt liefdevol. Ik denk dat ze samenhangt met wat er omgaat in zijn toehoorders. Hij heeft net voorgelezen uit Jesaja dat de Heer Hem gezalfd heeft om aan armen de Blijde Boodschap te verkondigen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, aan blinden dat ze zullen zien, aan verdrukten dat ze kunnen gaan in vrijheid; om een genadejaar af te kondigen van de Heer.  En Hij voegt daar nu aan toe dat dit Schriftwoord met Hem in vervulling is gegaan.   Hij is de Gezondene van God. Eerst zijn ze blij met  zijn woorden, maar dan klinkt het: ‘Is dat niet de zoon van Jozef?’ Het is dus heel snel gedaan met de blijheid en de instemming. Het wantrouwen  begint al meteen. ‘Wie denkt hij wel dat hij is,                 die zoon van Jozef de timmerman?’
Zusters en broeders, de inwoners van Nazareth hebben de liefde niet,                                          zo eenvoudig is dat.Ze zijn afgunstig, ze gunnen een ander het licht in de ogen niet.                  En ze zijn ook niet verdraagzaam: ze geven Jezus niet eens de kans om de Blijde Boodschap te verkondigen. Ze breken Hem liever meteen af, en ze breken meteen ook af wat Hij zou willen opbouwen: een genadejaar van de Heer, een wereld en een mens vol liefde, dus vol van God. Ze wijzen God af. Dat is hún keuze, en die keuze maken ze zelf. En God, die liefde is, is niet opdringerig. Hij dwingt mensen niet zijn liefde aan te nemen, Hij respecteert de vrijheid van de mens die Hijzelf geschapen heeft.  Dat doet  Jezus ook. Hij dringt zichzelf en zijn Blijde boodschap niet op.    Wanneer Hij later zijn leerlingen uitzendt om zijn woord te verkondigen,  geeft Hij hun dat ook als richtlijn mee: als je ergens niet welkom bent, schud dan het stof van je voeten en ga verder. Je mag de mensen niet dwingen, want liefde is niet opdringerig, God is niet opdringerig.
Zusters en broeders, liefde is verdraagzaam, barmhartig en geduldigZe is niet afgunstig, geeft niet om de schone schijn, en rekent het kwade niet aan. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij. Alles zal verdwijnen, maar de liefde is voor eeuwig. Wie we ook zijn en wat we ook hebben, als we die liefde niet hebben, zijn we niets, hebben we niets, kunnen we niets. Amen.