dinsdag 9 september 2014

Homilie 23ste zondag jaar A

HOMILIE 23ste zondag jaar A Broeders en zusters in Christus, Het woord van God dat wij vandaag beluisteren doet ons wakker schudden uit onze slaap en nadenken over ons leven. Het is niet populair om mensen op te roepen om zich af te keren van de zonde en terug te keren naar God toe. De profeet Ezechiel in de 1ste lezing is door God aangeduid als een waker over het huis van Israel. Als Gods profeet onderricht hij niet zijn eigen denkwijze maar communiceert hij het woord van God naar het volk toe. Hij heeft de plicht om de zondaars terecht te wijzen. Als Ezechiel niet trouw is aan zijn zending en deze verwaarloost, dan zal hij verantwoordelijk worden gehouden voor de zonden van het volk. Als hij echter trouw is aan zijn opdracht dan zal hij niet verantwoordelijk gehouden worden voor diegene die verharden in de zonde. God verheugt zich niet over de dood van de zondaar maar eerder dat hij zich bekeert van zijn zondig leven en het leven binnengaat. Jezus leert in zijn onderrichten dat de hemel zich meer verheugt over een zondaar die tot bekering komt dan over de 99 rechtvaardigen. De oproep tot bekering is in onze tijd heel erg actueel. Een van de redenen dat het geloof in onze tijd en in onze streken zo achteruitgaat is omdat vele mensen geen zicht meer hebben op wat zonde is en daardoor verdwalen in het geloof. Ik hou mijn hart vast als ik bij sommige mensen zie hoe nonchalent ze omgaan met het bijwonen van de zondagse eucharistieviering. De ene keer komen ze naar de kerk en een andere keer slaan ze gewoon de eucharistie over en beseffen niet dat ze daardoor zondigen tegen God. Wat is dat voor een geloof dat de ene keer ja zegt tegen God en een andere keer neen tegen God. Ik hou mijn hart ook vast als ik hoor dat de katholieke leer over het huwelijk totaal onbekend is bij jongeren en dat men leeft alsof er geen geboden bestaan. Vel en luisteren tegenwoordig naar wat de wereld hen vertelt en weten niets meer van God en zijn geboden. Het is door naar Gods woord te luisteren en onze levens in overeenstemming te brengen met dit woord van God dat we ons afkeren van de zonde. God roept ons op in psalm 95 om niet halsstarrig te zijn en te verharden in de zonde. Als we een open hart hebben zoals kinderen dan verwelkomen we Gods liefde en Gods barmhartigheid die onze harten omvormt en vernieuwt. De mens met een verhard hart is koppig en weigert om zijn verkeerde gewoontes te veranderen en zich af te keren van de zonde. In het evangelie geeft Jezus praktische richtlijnen hoe men met zonden in de christengemeenschap dient om te gaan. Eerst een open en eerlijk gesprek onder vier ogen. Soms dienen we er andere mensen als getuigenis bij te halen. In het evangelie geeft Jezus aan Petrus en aan de apostelen de volmacht om te binden en te ontbinden. Dit betekent dat zij de volmacht hebben om zonden te vergeven, om disciplinaire maatregelen te treffen in de kerk. Tot Petrus zei Jezus: Aan u geef ik de sleutels van het Rijk der hemelen. De beelden van de apostel Petrus worden bijna overal voorgesteld met sleutels in de handen. Het dienstwerk van de verzoening is door Christus dus toevertrouwd aan de apostelen, de bisschoppen en de priesters, de medewerkers van de bisschoppen om uitgeoefend te worden tot heil van de gelovigen. Vergeving van zonden brengt verzoening tot stand met God en met de Kerk. Als de priester het sacrament van boete en verzoening viert en toedient, dan vervult hij het dienstwerk van de goede Herder die op zoek is naar het verloren schaap, of van de barmhartige samaritaan die wonden van de gekwetste verzorgt, of van de barmhartige Vader die uitkijkt naar de verloren zoon. De priester is een teken en een instrument van Gods barmhartige liefde voor de zondaar. Je ziet dat daar waar het sacrament van de vergeving weer terug ontvangen wordt, dat daar de kerk opbloeit en zich vernieuwt en leeft vanuit Gods liefde. Het is vereniging met Christus dat de kerk wordt geheiligd door Hem. De kerk op aarde is heilig, maar haar heiligheid is onvolmaakt. In de leden van de kerk is volmaakte heiligheid iets wat nog dient verworven te worden. We moeten allen erkennen dat zij zondaars zijn en nood hebben aan zuivering en reiniging van zonden. De weg naar heiligheid en eeuwig leven wordt gevonden door de geboden te onderhouden. Sint Paulus herinnert ons in de brief aan de Romeinen dat de geboden die overspel, doden, stelen en begeren verbieden, kunnen samengevat worden is het tweede grote gebed dat zegt: Jij zult je naaste beminnen als jezelf. Liefde is werkelijk de vervulling van de wet. God bemint ons het eerst en het onderhouden van de geboden is ons antwoord op de liefde van God en Gods handelen. Als wij tesamen komen in gebed, dan is Jezus in ons midden. Als wij bidden in Jezus naam dan verenigen we ons gebed met Jezus interventie en voorspraak bij zijn Vader. Door onze wil te verenigen in gebed met de wil van Jezus, werken wij mee met het plan van God de Vader om mensen te redden. Moge deze eucharistie ons de kracht geven en bemoedigen om de weg van Jezus trouw en waarachtig te volgen. Amen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten