Voordat Jezus zijn roeping wil gaan waarmaken, gaat
hij naar de bron.De rivier de Jordaan is in de Bijbel de overgang van het oude
naar het nieuwe jaar.
Vanuit de woestijn trok het volk van God door de
Jordaan het beloofde land binnen. Als Jezus dus iets wil gaan zeggen over het
Rijk van God, dan moet ook hij door die Jordaan heen. Bij de doop gaat de hemel
open en daalt de Heilige Geest neer in de gedaante van een duif.
Duiven werden, duizenden jaren voor Christis al,
als huisdieren gebruikt, juist in de wereld van Egypte en Babylon. Op een
Eyptische afbeelding van een Koningskroning, 3000 jaar voor Christus,
vliegen duiven naar de vier windstreken om het bericht van de kroning te
verspreiden.
In het verhaal van Noach wordt een duif losgelaten
om te kijken of er al groen is. De duif met de palmtak kondigde het einde van
Gods vijandigheid aan.
De profeet Jesaja vergelijkt de terugkeer van het
volk uit Babylonische gevangenschap met duiven die terugkeren naar hun
duiventil.
Vaak was de duif ook een zielenvogel, zoals in het
oude Syrie, waar men de duif afbeeldde op het graf.
De duif is HET SYMBOOL van zachtmoedigheid, van
liefde, van vrede en van de hemel.
Wat wil de evangelist ons vertellen over
de Geest van God? De Geest van God die onder ons werkt en die Jezus bezielde, is
als een neerstrijkende duif. Dat wil zeggen: je voelt hem bijna niet, hij maakt
je gelukkig, hij brengt vrede, hij kwetst niet.
Het neerstrijken van de duif op Jezus' schoudder is
hetzelfde als een stem die zegt: "Jij bent mijn lief kind". Het is de stem die
wij bij elke doop laten klinken.
Wat bij Jezus in die tijd gebeurde, is het opnemen
van de doop in het doopboek. Men wil zo deze belangrijke gebeurtenis bewaren, in
de parochie en in de gemeente.
Met dat optekenen wil gezegd zijn dat men de
dopeling wil gaan opvoeden binnen het geloof en de gemeenschap van de
christenen. De ouders zijn als eerste daartoe aangewezen. Ze mogen ook steeds
een beroep doen op de kerk om hen daarbij te helpen.
Gelovig opvoeden wil ondermeer zeggen: het kind
gaan vertellen over het leven van Jezus, het kind vertrouwd maken met bidden en
vertellen over advent, kerstmis, vasten en pasen.
Maar wat vooral belangrijk is, dat ze zich houden
aan waarden en normen. Van belang hierbij zijn weer de ouders of
verzorgers en vele anderen die in het leven van dit kind zullen komen en aan de
opvoeding mogen bijdragen. Niet alleen opschrijven in een mooi boek. Het gaat
erom wat we er daarnaa mee doen.
Water en vuur, leven en liefde, doopsel en Geest.
Dat zijn de bronnen waaruit wij kracht en zin kunnen putten.
Dit gaat over ons eigen leven. We zijn gedoopt om
te geloven en altijd is er die stem die zegt:"Van jullie houd ik. Jullie zijn
mensen naar mijn hart. Jullie roep ik. Sta op en ga doen wat zinvol
is.
Oordeel niet over wat anderen wel of niet
doen.
Sta op uit het water en laat je dopen met vuur,
liefde en geestkracht
Dat is de bron, diep verborgen in ons hart, maar
wel voelbaar voor wie geloven wil".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten