Pasen in het Jaar van het Geloof
Vastenbrief 2013 Nederlandse bisschoppen (verkorte versie)
Pasen valt vroeg in dit jaar. Maar in het Jaar van het Geloof, dat de
paus heeft afgekondigd om het begin van het Tweede Vaticaans Concilie
te herdenken, staat Pasen in het midden. Dat komt goed uit, want de
viering van het lijden, sterven en verrijzen van onze Heer Jezus
Christus kan zo ‘de deur van het geloof’ zijn die ons toegang geeft tot
het leven met God. ‘De deur van het geloof’:
dat is het beeld, dat de paus gebruikt als titel voor zijn afkondiging
van het Jaar van het Geloof. Dat beeld wordt in de Handelingen van de
Apostelen gebruikt voor de toestroom van gelovigen na de prediking van
Paulus en Barnabas. Het is een beeld dat wij ook kunnen gebruiken om
over ons zelf te spreken. Geloof klinkt als een soort terugkerend
refrein in de verschillende verhalen uit de Schrift over Pasen. Telkens
wordt verteld over de leerlingen die tot geloof in de verrezen Heer komen.
In de liturgie van Pasen wordt dat proces dat de leerlingen doormaken
op indringende wijze een proces dat ook wij (kunnen) doormaken en wel
wanneer wij in de Paaswake onze doopbeloften vernieuwen.
In de paaswake worden wij gevraagd of wij geloven in God en we
antwoorden met ‘ja’. Die vorm van vraag en antwoord maakt duidelijk dat
geloven een antwoord is. Een antwoord op God die zich te kennen geeft,
die zich aanbiedt, die onze instemming en toestemming vraagt om deel te
worden van ons leven, om deel te nemen aan zijn leven.
In de paaswake worden wij gevraagd of we in God geloven. Geloven in
iemand is niet zozeer een kwestie van weten, maar een kwestie van
vertrouwen, van toevertrouwen. En dat geldt ook voor God of beter nog
geldt voor God bij uitstek. Daarom begint de hernieuwing van de
doopbeloften ook met de vraag of we ons af willen keren van het kwaad en
toekeren naar God, een echo van de lezing uit de brief aan de Romeinen
eerder in de paaswake, waarin Paulus uitlegt dat gedoopt worden een
proces van sterven aan het oude leven en verrijzen tot een nieuw leven
is.
Maar zoals we in ons dagelijkse leven wel willen weten wie we kunnen
vertrouwen, zo ook in ons geloof. Vandaar dat de priester bij de
hernieuwing van de doopbeloften niet eenvoudigweg vraagt of we in God
geloven, maar drie keer vraagt of we geloven in God de Vader, in God de
Zoon en in God de Heilige Geest. En vandaar ook dat in de drie vragen
telkens iets van Gods werkzaamheid en zorgzaamheid aangegeven wordt. Bij
God de Vader wordt de schepping genoemd, bij God de Zoon, de
menswording omwille van ons en ons heil, bij God de Heilige Geest zijn
werkzame aanwezigheid in ieder van ons en in de Kerk.
De hernieuwing van onze doopbeloften in de paaswake krijgt in onze
tijd en in onze samenleving een apart accent. Geloven is niet meer
vanzelfsprekend zoals dat in vorige periodes wel was en in andere
samenlevingen nog wel is. Geloven in God Vader-Zoon-Heilige Geest is
weliswaar nooit vanzelfsprekend geweest. Al in de evangelies is een
refrein te horen van verbazing en verzet, een verzet dat
uitloopt op de veroordeling en dood. Maar wij hebben een aparte
gevoeligheid voor die niet-vanzelfsprekendheid van onze geloof. En hoe
vreemd dat misschien ook klinkt: dat kan ons ook helpen om in onze tijd
en in onze omstandigheden onze identiteit als Christenen en ons geloof
te verhelderen.
Wij geloven in God Vader, Schepper van hemel en aarde. Daarmee
belijden wij dat onze werkelijkheid, dat wijzelf een gave zijn. Dat
maakt ook gevoelig voor die zaken in ons leven die we krijgen zoals
genegenheid, vriendschap, liefde. Zaken die in onze economisch
ingestelde samenleving niet altijd voorop staan, maar in ons geloof wel.
Dankbaarheid als levenshouding hoort bij het koninkrijk van God
Wij geloven in God de Zoon, die omwille van ons en ons heil mens
geworden is. Daarmee belijden wij dat we gemankeerde en beschadigde
mensen zijn en ten diepste hulp nodig hebben. Elke Witte Donderdag lezen
we het verhaal van de voetwassing. In dat verhaal verzet Petrus zich en
dat verzet is precies een verzet tegen geholpen te worden. Het is zijn
eer te na, het is onze eer te na hulp te vragen, afhankelijk te zijn.
Maar Jezus zegt zeer beslist dat, wanneer Petrus volhardt in zijn
verzet, hij niet bij hem hoort (Joh 13,2-10). Geholpen willen worden als
levenshouding is een absolute voorwaarde voor het koninkrijk van God.
Wij geloven in God de Heilige Geest, die in ons woont. Daarmee
belijden wij dat wij christenen zijn. Zoals Jezus door de zalving met de
Heilige Geest bij zijn doop geopenbaard wordt als de Gezalfde, de
Christus, zo zijn wij door onze doop gezalfden, ‘christenen’, tempels
van de Heilige Geest. Die zalving geeft ons allen waardigheid en
verantwoordelijk. Wij hebben de Heilige Geest ontvangen die in ons Abba
Vader bidt (Gal 4,6) het gebed dat Jezus bad en zijn leerlingen leerde
(Lc 10,21-22;11,1-4). Door de Heilige Geest zijn wij in de Zoon kinderen
van de Vader, worden wij uitgenodigd vertrouwelijk om te gaan met onze
God. Wij zijn geen vreemdelingen meer, maar huisgenoten.
Vertrouwelijkheid is de sfeer die hoort bij het koninkrijk van onze God.
En misschien is dit wel het meest kenmerkende van ons geloof: dat wij
door de menswording van de Zoon en de inwoning van de Heilige Geest bij
God horen en God bij ons.
De verrezen Heer bezoekt op Paasavond de angstige en opgesloten
leerlingen. De apostel Thomas is daar niet bij. Als hij de enthousiaste
verhalen van de andere leerlingen hoort, reageert hij afwijzend. Hij kan
pas geloven als hij de tekenen van het lijden in de verrezen Heer kan
zien. Wanneer Jezus een week later weer bij zijn leerlingen komt, is
Thomas wel aanwezig en ziet hij die tekenen. Hij belijdt dan zijn
geloof: ‘mijn Heer en mijn God’. Die andere leerlingen hebben Thomas
niet buiten gesloten omdat hij vragen had en Thomas is niet weggebleven
omdat hij twijfels had. Zo kon hij binnen die gemeenschap groeien in
geloof. Wij hopen dat ook onze geloofsgemeenschap de uitnodigende
omgeving mag zijn waarin mensen kunnen groeien in geloof. Wij hopen dat
deze vasten ons allen toe leidt naar ‘de poort van het geloof’ en dat
wij allen in de hernieuwing van onze doopbeloften die vertrouwelijke
omgang mogen vinden met God Vader-Zoon-Heilige Geest die ons verdiept en
verbindt.
Utrecht, 4 februari 2013
De Nederlandse bisschoppen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten