donderdag 12 juli 2012

De vijftiende zondag door het jaar B -2012


 De vijftiende zondag door het jaar B -2012
 
Vorige week hoorden we de profeet E-ze-chi-el; vandaag komt de profeet Amos aan het woord.
Amos was boer en afkomstig uit het dorpje Tekoa, niet ver van Jeruzalem.
Als profeet trad hij echter op in het noordrijk, waar de materiele welvaart sterk was toegenomen tijdens de regering van Jerobeam II in de achtste eeuw voor Christus.
Maar een kleine minderheid kon van die welvaart genieten.
In ongezouten taal formuleerde Amos zijn aanklacht tegen het uitbuiten van de armen, de luxe van de rijken en de schijnheilige eredienst.
Ten tijde van Jerobeam I werden er in het afgescheiden noorden in Betel en in Dan rijkstempels gebouwd.
De religie daar is ondergeschikt aan de macht en dus in dienst van het koninkrijk. De "rijke" liturgie van Betel was een facade, waarachter de welgestelden hun ontrouw aan Gods verbond konden verbergen.
Pal tegenover elkaar stonden Amos en de priester Amasja. De laatste beschuldigde Amos dat hij een "beroepsprofeet"was, die zijn ambt uitoefende om te verdienen.
Amasja is zelf een "beroepspriester" in koninklijke dienst. Daarom is hij zo gevoelig voor Amos' kritiek, want de profeet kan erg lastig zijn.
De Heer heeft hem de opdracht gegeven om het onrecht aan de kaak te stellen.
Hij zegt:"Het gaat God om alles wat Hem eigen is. De mens die vertrapt wordt, de mens die bezwijkt onder de zware lasten. DAT is heilig voor God".
Amos weigert een compromis te sluiten met de macht. De ervaring van Amos in Betel lijkt een beetje op die Jezus in Nazareth. Ze worden beiden niet erkend.
In het evangelie geeft Jezus Zijn leerlingen ook zo'n opdracht. "Ga maar doen wat ik verteld heb. Vertel de mensen over de bedoelingen van God. Behandel de zieken, help mensen in nood en troost hen die verdrietig zijn. En als mensen er geen prijs op stellen, wordt dan niet boos maar ga verder. Je bent er niet voor mij, maar voor de wereld. Die moet worden hersteld; leefbaar worden, menselijk worden. Neem niet meer mee dan je nodig hebt. Dat verkleint de kans dat je in conflict komt met macht en bezit".
Die woorden van Jezus zijn ook op ons van toepassing. Elk goed woord, elk gebaar van vrede verandert de wereld. Elk ziekenbezoek, elke brief van Amnesty International, al dat verborgen vrijwilligerswerk, het komt de wereld ten goede.
Klagen  en daadkracht blijven zo met elkaar verbonden.
Het is soms moeilijk om vol te houden en lastig om te blijven geloven. Het is niet gemakkelijk teleurstellingen te overwinnen. Het is wel een kracht die sterker is dan het gemakkelijke klagen.
Samenkomen rond het evangelie. Samen bidden voor de wereld, die verlangt naar vrede.
Samen sterker verder.
En als er al profeten zijn die voorspellen dat het slecht afloopt met de wereld, dan zijn dat kletsers, die er zelf beter van willen worden.
De echte profeten wijzen naar de plekken waar gewerkt moet worden, waar Gods liefde zichtbaar moet worden gemaakt; waar geloof mensen op de been houdt en waar harten gevuld worden met hoop.
 
Nee, wij noch de wereld zijn volmaakt, maar we kunnen wel samenwerken aan een wereld die God voor ogen heeft.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten