maandag 30 juli 2012

preek


15e zon. d. h. Jaar B ‘12

Vandaag horen wij dat Jezus zijn leerlingen een zending geeft.             Ze worden twee aan twee weggezonden om de blijde boodschap te verkondigen. Het is een boodschap om zich te bekeren van de soms heilloze wegen die mensen gaan. We leven in een wereld waarin veel gebeurd  en daar worden we steeds mee geconfronteerd doormiddel van de media.
 Het is een wereld met vele spanningen, problemen en moeilijkheden. Waar mensen elkaar naar het leven staan om wat voor een reden dan ook. In deze wereld heeft de christen een zending te vervullen. Een zending tot verzoening, van vrede en gerechtigheid, van Gods koninkrijk.                                                                       Een zending om te genezen, waar mensen leven in verwarring, ziek of onmondig zijn. Het evangelie vraagt onze volledige inzet in dienstbaarheid aan de ander. Maar dat gaat niet zomaar, want het vraagt van ons dat we leven vanuit Gods woord.                                                     Dat Woord moet een leidraad en een richtsnoer zijn                                             in al ons doen en laten.                                                                                                        Dan wordt ons macht gegeven over de onreine geesten,                                   d. w. z. alles wat zich keert tegen God en zijn koninkrijk.                               We hoeven geen verre reizen te maken om de ander te ontmoeten. In onze eigen omgeving is er meer dan genoeg om hulp te bieden
De hulp die wij kunnen geven, zullen eerder kleine en eenvoudige dingen zijn, dan grote activiteiten die ons boven het hoofd kunnen groeien, die onoverzichtelijk worden en het doel voorbijschieten.  Wanneer ik bij iemand op huisbezoek kom merk ik dat ik niet veel hoef te zeggen. Mijn aanwezigheid is al voldoende om de ander te troosten of te bemoedigen. Luisteren is meer waard dan vele woorden die uiteindelijk niets zeggen.                                                                 Wij verwachten ook meteen resultaat en dat moeten wij juist overlaten aan Gods Geest. “Waar twee of meer in mijn naam aanwezig zijn ben Ik in hun midden”, zegt Jezus. Gods Geest is in staat om de mensen te helpen en hen te genezen van hun innerlijke wonden, Hij hersteld de vrede, schept ruimte en brengt de mensen samen.   Het evangelie vraagt van ons dat wij open staan voor iedereen en niemand uitsluiten. We moeten ons geen nodeloze zorgen maken wanneer wij iemand willen ontmoeting of allerlei maatregelen nemen zodat het proces van het ontmoeten goed verloopt.    Want zoals het in het evangelie staat, dat we geen goederen moeten meenemen, want deze goederen zijn de zaken die eerder de buitenkant vormen van onze inzet.                                                  De inzet die van ons gevraagd wordt zijn wij zelf: in een luisterend oor,  een vriendelijke lach, een behulpzame hand, een envoudig woord, Ze doen wonderen en zorgen ervoor dat mensen de zin van het leven weer  zien. Maar wanneer wij niet ontvangen wordt, ga dan verder, geeft het evangelie aan.                                                Niet blijven steken bij mensen die niet willen, ga er langs en ga verder, Want er zijn er nog genoeg die hulp behoeven en waar je graag ontvangen wordt. Er zijn vandaag drie dingen die het evangelie ons aanreikt.   Om te getuigen van Gods liefde voor de mensen, Alles uitwerpen wat  mensen verward, onderdrukt en ziek maakt.    Mensen genezen van hun kwalen, zodat zij geschikt zijn om Gods heilige Geest te ontvangen. Want waar Gods Heilige geest binnen kan treden, zijn woning vindt, daar leeft de mens weer in harmonie met zijn schepper.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten